In een ‘feuilleton’ verhaalt In de praktijk deze maanden over de gang van zaken rond visitatie en accreditering van de huisartsenpraktijk. De eerste afleveringen behandelden:
- de voorbereiding, aanmelding en intake;
- de gegevensverzameling;
- de visitatie door de VIA-consulente;
- het feedbackgesprek;
- het maken van verbeteringsplannen.
Dokter Bob kijkt de volle vergaderkamer rond, waar alle zeven de praktijkmedewerkers zich hebben verzameld. Hij ziet heus wel dat dokter Monique spottend glimlacht om de door hem nieuw aangeschafte voorzittershamer, maar hij denkt zelf dat hij die als Coördinator Kwaliteit nog hard nodig gaat krijgen. Hij schraapt wat gewichtig zijn keel en begint: ‘Wij zijn vandaag bijeengekomen om een definitieve selectie te maken uit de onderdelen die we in onze praktijk willen verbeteren naar aanleiding van de bevindingen uit de visitatie, en om die te vertalen in de vereiste concrete verbeteringsplannen.’ ‘Hij bedoelt’, valt dokter Eric hem in de rede, ‘dat we vandaag effies gaan bekijken wie wat moet doen om dat mooie accrediteringslogootje op onze voordeur te krijgen.’ ‘Precies’, zegt dokter Monique, ‘want we vinden het belangrijk dat jullie daarbij allemaal worden betrokken en ook zelf kunnen aangeven wat je graag verbeterd zou zien.’ ‘Met Mirjam Kleistra, de praktijkconsulente, hebben we al doorgenomen wat de prioriteiten zullen zijn en waar de accrediteur specifiek op zal letten’, probeert dokter Bob de leiding weer te nemen. ‘Een van de onderdelen waar we niet zo goed op scoorden vergeleken met andere praktijken, was de frequentie van het overleg met alle praktijkmedewerkers,’ vervolgt dokter Monique rustig. ‘En dus willen we van nu af aan regelmatiger met elkaar gaan vergaderen.’ ‘Dat is fijn’, zegt Sibille, de assistente van dokter Bob. ‘Dan kunnen we meteen ook de voortgang van de verbeteringen bespreken, zodat die niet in het slop raken.’ ‘Zeker, daar moeten we goed op letten’, meent ook dokter Monique. ‘Maar het zal vaak voorkomen dat maar enkelen van ons bij een verbeteringsplan betrokken zijn, en dan is dus regelmatig onderling overleg van zo’n groepje ook voldoende.’ ‘En dan op gezette tijden de voortgang rapporteren in het praktijkoverleg’, begrijpt Sibille, die haar droom van een perfecte praktijkorganisatie steeds dichterbij ziet komen.
Het wordt dokter Bob nu wat al te bar. Hij komt er gewoon niet meer tussen! ‘Mirjam Kleistra heeft in overleg met mij en Sibille een voorbeeld gemaakt van een verbeteringsplan aan de hand van onze diabeteszorg’, zegt hij haastig. ‘Lezen jullie even allemaal mee?’ Hij deelt de A4’tjes rond. ‘De doelen moeten wel realistisch en haalbaar zijn, ook in de tijd’, herhaalt hij Mirjams woorden. ‘Anders weet je zeker dat je plan tot mislukken gedoemd is. Daarom hebben we niet gestreefd naar perfectie.’ Ze lezen de in het komende jaar te bereiken doelen voor de diabetespopulatie:
- -bij 60 procent is het HbA1c binnen de streefwaarde (was 50 procent);
- bij 40 procent is de bloeddruk lager dan 150/85 (was 30 procent);
- van alle diabetespatiënten is de klaring berekend;
- bij 50 procent is oogonderzoek gedaan (was 36 procent).
Mirjam heeft in overleg een schema gemaakt van alle stappen die nodig zijn, compleet met de te verwachten knelpunten en de oplossingen die daarvoor zijn bedacht. Ook heeft ze suggesties gedaan wie de uitvoering van welk onderdeel op zich neemt, en wanneer elk onderdeel klaar moet zijn. Daarnaast zijn vaste momenten ingepland voor evaluatie. ‘Kijk, als je eenmaal weet hoe het moet, is het heel simpel’, zegt dokter Bob. Dokter Monique bekijkt het schema. ‘Ja, het ziet er wel simpel uit, maar het is heel goed doordacht’, vindt ze. ‘Kom maar es hier met zo’n plannetje’, zegt dokter Eric. ‘Es effe kijken. Actiepunt: handsfreesetje aanschaffen. Door wie? Dokter Eric! Wanneer? Morgen! Knelpunt? De winkel is dicht! Evaluatie? Overmorgen!’ ‘Zo kan ik het ook’, lacht Claudia, zijn assistente. ‘Maak jij maar eens net zo’n simpel plannetje voor het uitlopen van je spreekuren!’ ‘Dat pak ik heus wel aan, hoor’, murmelt dokter Eric. ‘Moet jij straks de leegte in die wachtkamer es zien gapen!’
Dokter Bob wordt echt horendol van zijn collega’s. Kunnen die nou nooit eens serieus zijn? ‘Enkele dingen moeten hoe dan ook geregeld zijn als de accrediteur langskomt’, vervolgt hij met steeds smaller wordende lippen. ‘En zelfs als ze al in orde zijn, dan nog moet in een protocol worden vastgelegd dat er structureel op wordt gelet.’ Hij deelt een nieuw A4’tje rond. Daarop lezen ze de eisen waaraan de praktijk moet voldoen op het gebied van hygiëne (variërend van een bak voor gebruikt instrumentarium tot een sterilisatieprotocol) en veiligheid (bijvoorbeeld een volledige anafylaxieset). Op huisartsenniveau worden onder meer eisen gesteld aan de aanwezigheid in de dokterstas van (niet-verlopen!) ampullen, met extra aandacht voor de houdbaarheid van de bloedglucosestrip en nitroglycerine in sprayvorm.
Het volgende uur vergaderen ze keurig gedisciplineerd. Afgesproken wordt dat dokter Bob en Sibille onderling zullen afspreken wat ze op welke manier willen aanpakken van het verbeteringsplan voor de diabetes. Zo ook zal dokter Eric samen met Claudia invulling geven aan het verbeteringsplan om het uitlopen van zijn spreekuren tegen te gaan. Dokter Monique wil met twee praktijkassistentes werken aan protocollen voor de hygiëne en veiligheid. ‘Wil jij ook in dat werkgroepje, Sibille?’, vraagt ze. ‘Rond een paar dingen kunnen we jouw werkwijze goeddeels overnemen, want bij jou loopt altijd alles op rolletjes.’ ‘Natuurlijk’, glundert Sibille gevleid. Zij zou al die protocollen wel zelf willen schrijven!
Dokter Bob is alsnog geheel tevreden. ‘Goed gewerkt, jongens! Echt lastig zal het pas worden als we onderdelen aanpakken waarbij alle praktijkmedewerkers betrokken zijn, zoals de registratie in het HIS. Zullen we ons daar over twee weken eens over buigen?’ ‘Dat is goed’, zegt dokter Eric. ‘Maar dat handsfreesetje ga ik echt morgen kopen!’ En zo wordt het afgesproken. Dokter Bob wil de vergadering afsluiten en pakt zijn voorzittershamer van tafel. De ogen van dokter Monique flitsen fel op. ‘Dúrf het eens…!’, sist ze. En de hamer daalt ongebruikt, zachtjes weer op de tafel neer… (AS) Wordt vervolgd
Reacties
Er zijn nog geen reacties.