In een heus ‘feuilleton’ verhaalt In de praktijk deze maanden over de gang van zaken rond visitatie en accreditering van de huisartsenpraktijk. De eerste afleveringen behandelden de voorbereiding, aanmelding en intake voor de accreditering en de gegevensverzameling. Dit keer gaat het over de uitkomsten daarvan en de feitelijke visitatie. In volgende nummers komen aan de orde:
- het feedbackgesprek;
- opstellen van verbeteringsplannen;
- uitvoering van de verbeteringsplannen;
- toetsing door de accrediteur;
- vervolg.
Dokter Bob slaakt een zucht van verlichting: de gegevensverzameling is klaar. Het bleek relatief simpel om de informatie over de praktijkorganisatie en bedrijfsvoering boven tafel te krijgen. Vaak ging het om gegevens die ook nodig zijn voor het jaarverslag, zoals het profiel van de praktijk, informatie over de locatie, de personeelssamenstelling, de praktijkuitrusting, samenwerking met derden, spreekuurorganisatie, en de klachtenregeling. Allemaal gegevens die straks bovendien gevraagd zullen worden bij de onderhandelingen met de zorgverzekeraars. Dat werk is nu dus mooi alvast gedaan! Dokter Bob vond ook de vragen logisch over het aantal ingeschreven patiënten, de verdeling naar leeftijd, geslacht en verzekeringsvorm, de percentages kleine kinderen en 65-plussers, en de mutaties en mobiliteit. Nuttig voor de praktijk zelf kunnen de vragen over de werkbelasting zijn. Waar het ging over de visie van de praktijk op kwaliteit en scholing vond dokter Bob de beantwoording wat lastiger. Maar ook hier sloeg hij zich manmoedig doorheen. De patiënten die een vragenlijst invulden, reageerden bijna allemaal positief dat hun mening werd gevraagd over de praktijkorganisatie en de bejegening door praktijkassistente en huisarts.
Maar zoals te verwachten was, had niet alleen dokter Bob moeite met de gegevensverzameling over het medisch handelen. Dokter Eric, die toch steeds het meest gemotiveerd was geweest voor het accrediteringstraject, had met zijn handen in het haar gezeten. Basale informatie over het aantal patiënten met diabetes, een hart- en vaatziekte of een longaandoening bleek met behulp van ruiters en ICPC-codes wel boven tafel te krijgen. Ook het aantal patiënten met een indicatie voor een griepvaccinatie bleek keurig geregistreerd, compleet met het percentage dat de vaccinatie ook werkelijk had ontvangen. Maar informatie over de verrichtingen en streefwaarden bij patiënten bleek niet met één druk op de knop uit het systeem te halen. Uiteindelijk pleegde dokter Bob dus maar een telefoontje naar Sterre de Koning, de VIA-consulente van het NHG. Zij herhaalde wat de praktijkconsulente ook al had gezegd: dat de basale informatie in dit stadium voldoende is. ‘Als jullie de gedetailleerde informatie moeilijk kunnen achterhalen, kan dat onderdeel worden van een verbeteringsplan; met bijvoorbeeld als doel alles uniform te registreren’, vertelt ze. ‘Jullie kunnen het best een limiet stellen in de tijd die jullie eraan willen besteden, zolang het niet mogelijk is de informatie op eenvoudige wijze uit het HIS te halen. In noodgevallen kan ook nog een beroep gedaan worden op de WOK; die kunnen iemand sturen om eventueel te helpen bij het verkrijgen van de medische gegevens. Maar accreditering is nog zo nieuw, dat jullie heus niet de enigen zijn die hierop nog niet zijn ingesteld. Bovendien is het nu de taak van de HIS-leveranciers om ervoor te zorgen dat goed geregistreerde gegevens ook gemakkelijk uit de computer te halen zijn.’
En nu is het dan tijd voor de feitelijke visitatie. Sterre de Koning heeft hiervoor een hele ochtend ingepland, want zij gaat de praktijk beoordelen op diverse aspecten. Ze bekijkt bijvoorbeeld het hele gebouw, waarbij ze let op de meest uiteenlopende dingen, zoals de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers. Ook gaat ze alle medische voorzieningen na en het instrumentarium, het laboratoriumaanbod en de hygiëne. Dan komt de organisatie aan de beurt: de aanwezige formulieren en protocollen en de instructiematerialen voor patiënten. De automatiseringsgraad, de informatievoorziening aan de patiënt, het kwaliteitsbeleid in de praktijk… het lijkt wel of niets aan de aandacht van Sterre ontsnapt.
Sterre neemt de vragenlijsten voor de praktijkassistente door met Sibille. Die is er niet weinig trots op dat zij haar zaakjes keurig op orde heeft. Alles is vlekkeloos ingevuld, en ze heeft ervoor gezorgd dat dat ook het geval is met de vragenlijsten van de andere assistentes. Sibille heeft de naam een pietje precies te zijn, maar ze weet zelf donders goed dat dat zo z'n voordelen heeft. Het complimentje van Sterre steekt ze dan ook glunderend in haar zak. Aan het eind van de dag is het feedbackgesprek tussen Sterre en dokter Bob gepland. Hierbij zal ook Mirjam Kleistra, de praktijkconsulente, aanwezig zijn opdat die meteen op de hoogte is van eventuele verbeteringspunten. Voordat het feedbackgesprek begint, bekijkt Sterre de spreek- en behandelkamer van dokter Bob. Zoals altijd bij dit soort gelegenheden is dokter Bob toch een beetje nerveus. Vooral als ze de inhoud van zijn dokterstas doorneemt, schrikt hij wanneer ze kijkt naar de uiterste houdbaarheidsdatum van zijn ampullen. Heeft hij die eigenlijk wel gecheckt de laatste tijd? Dan ontsnapt hem een zucht van opluchting als hij zich realiseert dat Sibille dat tegenwoordig bijhoudt… In dat geval zal het heus wel in orde zijn! (AS)
Wordt vervolgd
Reacties
Er zijn nog geen reacties.