De uitkomsten van een meta-analyse zijn erg afhankelijk van de kwaliteit van de ingesloten trials. Alhoewel dit een logische uitspraak lijkt, was het bewijsmateriaal tot nu toe tegenstrijdig: sommigen vonden een duidelijk verband tussen adequaat randomiseren of blinderen en de uitkomst, terwijl anderen dat verband niet konden aantonen. Kjaergard et al. deden daarom een meta-analyse van veertien meta-analyses van verschillende medische specialismen. Om in de uiteindelijke meta-analyse te worden opgenomen, moest de oorspronkelijke meta-analyse minstens één grote trial bevatten (n>1000). De nieuwe meta-analyse bevatte 23 grote en 167 kleine trials met in totaal 136.164 patiënten; 3 grote en 58 kleine trials hadden lage kwaliteitsscores. Uit het onderzoek bleek dat kleine trials met inadequate randomisatie – zowel de methode van genereren van de random volgorde als het verhullen van de randomisatievolgorde waren hierbij van belang – of inadequate blindering significant hogere uitkomsten hadden dan de grote trials. Voor de kleine trials die wel adequaat gerandomiseerd en geblindeerd waren, gold dat niet. Er was geen verband tussen de hoogte van de uitkomst en een al dan niet adequate beschrijving van de follow-up. Het heeft dus zin om, alvorens conclusies te trekken, trials te beoordelen op adequaatheid van randomisatie en blindering. (PL)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.