Een op de acht Nederlanders met een slechte gezondheid gaat naar een alternatief genezer. Opvallend is dat het bezoeken van het alternatieve circuit niet het huisartsbezoek vervangt, maar een aanvulling daarop lijkt te zijn.
Bijna 1,1 miljoen Nederlanders (6,8%) bezocht in 2001 een alternatief genezer. Hierbij is de eigen huisarts die tevens alternatief werkt, niet meegerekend. Homeopaten zijn het populairst, gevolgd door paranormaal genezers, acupuncturisten en natuurgenezers. Antroposofen worden het minst bezocht. Vooral vrouwen, en dan met name degenen tussen de 20 en 39 jaar, kijken rond in het alternatieve circuit (figuur 1). Slechts 1 op de 5 laat het bij een eenmalig bezoek. De helft van de bezoekers zegt 3 keer of meer te gaan.
Mensen met een slechte gezondheid
Het aantal mensen dat een alternatief genezer bezoekt, is bijna twee keer zo hoog (12,1%) onder de Nederlanders die vinden dat hun gezondheid te wensen overlaat. Opvallend is het hoge aantal jongens tussen de 0 en 19 jaar: bijna 20% van de jongens met een zelfgerapporteerde slechte gezondheid gaat (of wordt meegenomen) naar een alternatief genezer, tegenover 15% van de meisjes (figuur 1). Vrouwen tussen de 20 en 39 jaar met een slechte gezondheid zoeken het vaakst hun heil bij de alternatief genezer (22%). Hun manlijke leeftijdsgenoten houden het dan voor gezien.
Geen substitutie
Mensen met een slechte gezondheid hebben in 2001 gemiddeld 14,9 keer contact met de huisartsenpraktijk. Dit geldt voor zowel de groep die een alternatief genezer bezoekt als de groep die dit niet doet (figuur 2). Mensen die naar een alternatief genezer gaan, schroeven hun huisartsbezoek dus niet terug.
Wedden op twee paarden
Mensen die aangeven een slechte gezondheid te hebben, zullen vaak (chronische) klachten hebben waarvan zij vinden dat die niet of onvoldoende in het reguliere circuit behandeld worden. Elk alternatief is dan ‘het proberen waard’. Opvallend is dat het bezoek aan de alternatief genezer het huisartsbezoek niet lijkt te vervangen. Onvrede met de huisarts speelt daarom waarschijnlijk geen grote rol om de stap naar een alternatief genezer te zetten. Het lijkt eerder het ‘wedden op twee paarden’.
De hier beschreven analyses zijn uitgevoerd met LINH-gegevens in het kader van de tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk (2001; www.nivel.nl/ns2). LINH is een project van NIVEL, WOK, LHV, en NHG. Voor meer informatie over LINH en de hier beschreven gegevens kunt u terecht op de website (www.linh.nl). Reacties naar info@linh.nl.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.