H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Jonge vrouwen lopen weinig risico om een trombose te krijgen, slechts bij 1 per 10.000 vrouwen komt dit voor. Dit risico is ook klein bij jonge vrouwen die een anticonceptiepil slikken, maar het risico is wel groter. Een tweedegeneratiepil blijkt het risico op trombose te verdubbelen, en bij gebruik van een derde- of vierdegeneratiepil is het risico tot wel zes keer verhoogd. Aangezien twee miljoen Nederlandse vrouwen ‘de pil’ slikken, levert de verhoging van het risico van een derde- of vierdegeneratiepil een grote bijdrage aan de incidentie van trombose bij jonge vrouwen.
Sinds 1995 is het verschil in het risico op trombose tussen deze generaties combinatiepillen bekend, en het lijkt vooral veroorzaakt te worden door het soort progestageen per pil. In Nederland slikt 75% een pil van de tweede generatie (onder andere Microgynon 30). De rest, ongeveer 500.000 vrouwen, gebruikt een derde- of vierdegeneratiepil (met name Marvelon, Nuvaring en Yasmin).
In 2012 gebruikte 10-15% van de vrouwen onder de 20 een derde- of vierdegeneratiepil, van de groep 20-30-jarigen was dit 15-25%, en van de 30-40-jarigen 25-30%. Een mogelijke verklaring van deze stijging met de leeftijd is dat vrouwen na het initieel gebruiken van een tweedegeneratiepil uiteindelijk overgegaan op een derde- of vierdegeneratiepil wegens bijvoorbeeld bijwerkingen. Ook kan het zijn dat het de tijd illustreert die nodig is om wetenschappelijke kennis over het hogere tromboserisico te implementeren in de praktijk. In de periode van 2004-2012 is namelijk sprake van een afname van gebruik van derde- en vierdegeneratiepillen (bij 30-jarigen van 39% tot 24%). Echter, de Stichting Farmaceutische Kengetallen geeft ook aan dat 14% van de vrouwen onder de 25 jaar met een derde- of vierdegeneratiepil start!
Naast kostenbesparing is er voor ons huisartsen bij het voorschrijven van de pil ook gezondheidswinst te behalen. Allereerst bij de dertigers en veertigers: terug naar de tweedegeneratiepil. Dit kan lastig zijn, omdat zij erg merktrouw zijn. Daarnaast is er grote winst te behalen bij de nieuwe generatie pilgebruiksters: start altijd met een tweedegeneratiepil en zet in op het blijven gebruiken van deze pil. Hiermee blijft de kans op een gezwollen buik of gezwollen kuit het kleinst.