In dit boek bespreken de auteurs de achtergronden en de resultaten van het gelijknamige onderzoeksprogramma van ZonMw. Ze staan ook stil bij de implicaties voor verbetering van de zorg. Chronische aandoeningen bepalen steeds meer het volksgezondheidsprofiel. Voor diabetes mellitus verwacht men een prevalentiestijging van 36% in 2020 ten opzichte van vandaag, voor reumatoïde artritis 27%, voor dementie 41% en voor coronaire ziekten 44%. Chronisch zieken kampen met meer beperkingen, hebben meer klachten en maken meer gebruik van de gezondheidszorg. De hiërarchische echelonnering van de zorg spoort echter slecht met de behoefte aan integrale zorg voor deze patiënten. De besproken onderzoeksprojecten richten zich op twee terreinen: coping en sociale steun, en op zorgbehoeften en zorggebruik. Per project geven ze steeds een probleemschets en beschrijven ze de onderzoeksopzet en de resultaten, daarna volgt een paragraaf Van onderzoek naar praktijk. Elk hoofdstuk sluit af met een lijst van relevante literatuurreferenties. In een kader staan per project de kernbevindingen samengevat. Een kleine bloemlezing:
- Mensen met een somatische chronische ziekte oordelen vaak anders over de opgaven waarvoor zij zich gesteld zien dan hun huisarts; het expliciteren van beider opvattingen zal de zorg ten goede komen.
- Niet zozeer de diagnose, maar de mate waarin de somatisch chronische zieke controle ervaart over de ziekte en de last bepaalt het beloop.
- Interventies gericht op het omgaan met ziekte overstijgende opgaven zoals controleverlies, zelfzorg, pijn en moeheid moeten worden gestimuleerd.
- Het werken met een stappenplan ter ondersteuning van disability management door de patiënt werpt vruchten af, evenals een groepsgewijze aanpak op basis van cognitieve- gedragstherapeutische principes.
- Het volgen van chronische zieken door periodieke controles draagt bij tot een gunstiger beloop van de beperkingen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.