De auteurs van dit literatuuronderzoek selecteerden 29 klinische trials met in totaal 1349 kinderen met chronische ziekten. In deze onderzoeken werden psychologische behandelingen die waren gericht op angst en depressie vergeleken met een controlebehandeling. Er was veel variatie in behandelingen tussen de onderzoeken. De meeste onderzoeken evalueerden cognitieve gedragstherapie (9 onderzoeken) of copingstrategieën (3 onderzoeken) als interventie. De meest voorkomende controlebehandeling was standaardzorg (9 onderzoeken).
De resultaten van 16 onderzoeken met 1121 kinderen lieten zien dat psychologische behandeling op korte termijn effectiever is dan de controlebehandeling in het verminderen van depressieve klachten. De kwaliteit van het bewijs was laag, de grootte van het effect was klein en de heterogeniteit was groot (SMD -0,31; 95%-BI: -0,59 tot -0,03; I2 = 79%). Bovendien verdween dit effect in de resultaten van 5 onderzoeken (258 kinderen) waarin het 3 tot 6 maanden na de interventie werd bekeken. Er was geen bewijs dat psychologische behandeling op korte of lange termijn angstklachten verminderde. Cognitieve gedragstherapie leek effectiever dan andere behandelingen in een kleine subgroepanalyse.
Het is voor huisartsen belangrijk om te weten dat angst en depressie bij kinderen met chronische ziekten vaak voorkomen. Indien er wordt gekozen voor ondersteunende psychologische behandeling, is er op basis van deze literatuurstudie een klein en kort effect te verwachten op klachten van depressie, bij voorkeur met cognitieve gedragstherapie.
Lees meer over het onderzoek Psychological therapies for anxiety and depression in children and adolescents with long-term physical conditions.
Literatuur
- Thabrew H, et al. Psychological therapies for anxiety and depression in children and adolescents with long-term physical conditions. Cochrane Database Syst Rev 2018;12:CD012488.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.