H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Over het algemeen gaan we ervan uit dat bacteriële (ongecompliceerde) lageluchtweginfecties ernstiger verlopen dan luchtweginfecties die worden veroorzaakt door een virus. Een recent onderzoek toont aan dat die aanname klopt, maar dat het verschil in beloop klinisch niet significant is.
Teepe et al. onderzochten in een groot Europees eerstelijnsonderzoek het beloop van lageluchtweginfecties. Bij een deel van de patiënten die geen behandeling kregen (ongeveer 1000 patiënten) kon het natuurlijk beloop gevolgd worden. Bij deze patiënten werd met sputumkweken onderzocht wat de verwekker was. Patiënten die op klinische gronden, anamnese en lichamelijk onderzoek) de diagnose longontsteking kregen (gecompliceerde luchtweginfectie), werden uitgesloten voor deelname aan dit onderzoek.
Patiënten in de bacteriële groep hadden iets meer klachten tussen dag 2 en 4 na het bezoek aan de huisarts en gingen iets vaker terug naar de huisarts (OR 1,82; 95%-BI 1,21 tot 2,74). In beide groepen (bacteriële en virale infecties) was er slechts een ziekenhuisopname nodig. De gemiddelde duur waarin de klachten verbeterden, was in beide groepen zeven dagen.
In nadere analyses zagen de onderzoekers evenmin verschil tussen typen bacteriële verwekkers. Ook patiënten bij wie klinisch geen gecompliceerde luchtweginfectie werd vastgesteld maar bij wie de röntgenfoto’s toch een infiltraat toonde, hadden geen slechter beloop.
Dit artikel heeft gevolgen voor de huisarts die zijn patiënten geruststelt met de woorden: ‘het is maar een virus(je).’ Het type verwekker is niet zo relevant als jaren werd gedacht. Wel blijkt wederom dat het beloop van een luchtweginfectie over het algemeen self-limiting is, onafhankelijk van het type verwekker. Dit artikel is een verdere onderbouwing voor het afwachtend beleid bij ongecompliceerde luchtweginfecties, zoals de NHG-Standaard Acuut hoesten ook adviseert.