Nieuws

Behandeling van het chronisch loopoor en het loopoor met buisjes

Gepubliceerd
10 november 2006

Achtergrond Een chronisch loopoor, gedefinieerd als langer dan twee weken otorroe, vormt een bedreiging voor het gehoor door beschadiging van de gehoorbeentjes of de vorming van een cholesteatoom. Behandeling in een vroege fase is dan ook van belang. Dit kan in de vorm van lokale behandeling met oordruppels en oortoilet en/of systemische behandeling met orale antibiotica. Als er al complicaties zijn, moet er vaak chirurgisch worden ingegrepen. Bij patiënten met trommelvliesbuisjes komt otorroe ook vaak voor: 26% van de patiënten bij wie langer dan 2 weken tevoren buisjes zijn ingebracht, heeft er klachten van. KNO-artsen schrijven dan vaak antibioticadruppels voor, terwijl huisartsen vaak een recept voor orale antibiotica uitschrijven. Doel Beoordeling van het effect van systemische antibiotica in vergelijking met lokale middelen bij de behandeling van het chronisch loopoor. Bij het loopoor met buisjes ging het om de beoordeling van het effect van niet-chirurgische interventies. Methode Bij het chronisch loopoor hebben de reviewers in de verschillende databases volgens de gebruikelijke Cochrane-procedure gezocht naar RCT’s waarin een systemische behandeling vergeleken werd met een lokale behandeling. Als primaire uitkomstmaat namen zij de tijd tot het verdwijnen van de otorroe. Wat betreft het loopoor met buisjes zochten de reviewers naar RCT’s waar systemische behandeling, lokale behandeling of placebo met elkaar vergeleken werden. Zij sloten onderzoeken uit waarbij het plaatsen van de buisjes minder dan 2 weken eerder had plaatsgevonden voor het optreden van de otorroe. Als primaire uitkomstmaat kozen zij de duur van de otorroe. Bij beide reviews is ook gekeken naar bijwerkingen van de behandelingen. Resultaten De zoekactie voor het chronisch loopoor leverde 9 RCT’s op, waarbij verschillende behandelingen met elkaar vergeleken zijn. De insluitingscriteria van de verschillende onderzoeken varieerden van de acute fase van het chronisch loopoor tot een al bestaand cholesteatoom. De grote meerderheid van de ingesloten patiënten was ouder dan 18 jaar. Slechts 1 onderzoek betrof patiënten vanaf 6 jaar. Onderzoeken met kinderen jonger dan 6 jaar zijn niet opgenomen in deze review. In 6 onderzoeken werd bij alle patiënten tevens een oortoilet uitgevoerd. De methodologische kwaliteit van de onderzoeken was matig. Twee onderzoeken hebben lokale antiseptica vergeleken met systemische antibiotica; er bleek geen statistisch significant verschil tussen beide behandelingen (RR 0,81; 95%-BI 0,61-1,08 in het voordeel van de antibiotica). In 2 onderzoeken zijn quinolonendruppels met systemische non-quinolonenantibiotica vergeleken en in 3 onderzoeken ging het om quinolonendruppels versus systemische quinolonen. In beide situaties kwamen de quinolonendruppels als beste uit de bus. De gepoolde RR’s waren respectievelijk 3,21 (95%-BI 1,88-5,49) en 3,18 (95%-BI 1,87-5,43). Non-quinolonendruppels bleken niet beter te zijn dan systemische antibiotica. Het toevoegen van een systemisch antibioticum naast het gebruik van lokale druppels met antibioticum liet ook geen toegevoegde waarde zien. De systemische antibiotica lieten de gebruikelijke bijwerkingen zien, zoals diarree, maagklachten en huiduitslag. In 1 onderzoek werd bij het gebruik van quinolonendruppels bij 10% van de patiënten een schimmelinfectie van de gehoorgang gezien. Voor het loopoor bij buisjes leverde de zoekactie slechts 4 RCT’s op, die alle verschillende interventies onderzochten. Een onderzoek vergeleek amoxicilline/clavulaanzuur met een placebo bij 79 kinderen. De kans om na 8 dagen nog een loopoor te hebben was in de interventiegroep 28% en in de placebogroep 67% (NNT 2,5). Een ander onderzoek ging na of toevoeging van oraal prednison aan orale antibiotica effectief was. Dit gaf wel een statistisch significant verschil na 3 dagen, maar niet meer na 7 dagen. Toevoeging van dexamethasonoordruppels aan antibioticadruppels liet geen verschil zien. De vergelijking tussen de toediening in sprayvorm of in druppelvorm van hydrocortison/neomycine/polymyxine B liet ook geen verschil zien. Conclusie Bij het chronisch loopoor blijken lokale quinolonendruppels effectiever dan systemische antibiotica als het om het verdwijnen van de otorroe gaat. De beschreven onderzoeken zijn echter van matige kwaliteit en gering in aantal. Ook zijn er geen gegevens van kinderen jonger dan 6 jaar. Wat het loopoor bij buisjes betreft, ook daar zijn niet genoeg onderzoeken beschikbaar. Slechts 1 onderzoek bij 79 kinderen laat een beter effect zien van systemische antibiotica in vergelijking met een placebo.

Commentaar

Deze Cochrane-reviews tonen nog eens aan dat het onderzoek naar de behandeling van looporen schaars is. De NHG-Standaard Otitis media acuta was tot de laatste herziening erg terughoudend met de behandeling van een loopoor in de acute fase. Pas na 2 weken otorroe was behandeling met orale antibiotica geïndiceerd. Volgens de definitie die in de eerste review is gehanteerd, is er dan al sprake van een chronisch loopoor. Recent is aangetoond dat onmiddellijke behandeling met orale antibiotica van het loopoor bij een acute middenoorontsteking wel effectief is.1 In de antibioticagroep had 24% nog pijn en/of koorts na 3 tot 7 dagen en in de placebogroep was dat 60% (RR 0,52; 95%-BI 0,37-0,73). De recent herziene NHG-Standaard OMA adviseert nu dan ook om onmiddellijke behandeling met orale antibiotica bij kinderen met een loopoor te overwegen. Interessant is dan ook of lokale behandeling in de vorm van antibioticadruppels effectief zou zijn. De eerste review liet zien dat quinolonendruppels de otorroe zelfs sneller stopten dan systemisch toegediende antibiotica. Voordat we nu allemaal gaan druppelen bij een loopoor is echter toch meer en goed onderzoek nodig, met name bij de jongste kinderen. Volgens de NHG-Standaard OME is er geen bezwaar tegen het gebruik van antibioticadruppels bij patiënten met trommelvliesbuisjes die een loopoor hebben, ook al is het effect beperkt. De tweede review laat zien dat er eigenlijk geen bewijs is voor het effect van deze handelwijze. Wel is dit een behandeling die KNO-artsen veelvuldig toepassen bij patiënten met buisjes. Er is wel bewijs dat orale antibiotica effectief zijn in het bekorten van de duur van de otorroe bij deze kinderen. Maar ook hier is het bewijs dun en er zal zeker nog aanvullend onderzoek nodig zijn om hier evidence-based te kunnen handelen. Of uitzuigen van het oor bijdraagt aan de genezing blijft daarnaast ook nog onduidelijk. Roger Damoiseaux

Literatuur

  • 1.Rovers MM, Glasziou P, Appelman CL, Burke P, McCormick DP, Damoiseaux RA, et al. Antibiotics for acute otitis media: an individual patient data meta-analysis. Lancet 2006, aanvaard voor publicatie.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen