De auteurs beoordeelden 38 onderzoeken waarin BBT gedurende de zwangerschap werd vergeleken met de gebruikelijke zorg of geen zorg. In totaal werden 9862 vrouwen uit 20 landen geïncludeerd. Zowel bij vrouwen die al urine-incontinentie hadden als bij vrouwen bij wie urine-incontinentie net was ontstaan, daalde het risico op urine-incontinentie in de BBT-groep met 26% (risicoreductie (RR) 0,74; 95%-BI 0,61 tot 0,90) in de laatste fase van de zwangerschap. Ook drie tot zes maanden na de bevalling was het risico op urine-incontinentie in de BBT-groep lager: 27% (RR 0,73; 95%-BI 0,55 tot 0,97). Er waren te weinig goede onderzoeken om iets te kunnen zeggen over het effect van 6 tot 12 maanden na de bevalling. Bij vrouwen die al incontinentieklachten hadden, kon niet worden aangetoond dat BBT de incidentie van urine-incontinentie in het laatste trimester van de zwangerschap of na de zwangerschap vermindert: RR 0,7 (95%-BI 0,44 tot 1,13). De kosteneffectiviteit van BBT werd niet onderzocht. De kwaliteit van de onderzoeken was niet denderend: kleine groepen, slecht beschreven in- en exclusiecriteria en een hoog risico op bias.
De NHG-Standaard Incontinentie voor urine bij vrouwen – met in het verlengde daarvan Thuisarts.nl – adviseert om bij zwangere en pas bevallen vrouwen het gunstige natuurlijk beloop af te wachten. Van de vrouwen die eerst afwachten heeft ruim de helft (55%) na een halfjaar geen klachten meer. Van de vrouwen die bekkenbodemoefeningen doen, is bijna driekwart (70%) na een halfjaar genezen. In feite bevestigt deze Cochrane-review de adviezen van de standaard. Wel adviseren de auteurs onderzoek te doen dat speciaal is gericht op BBT, met name bij vrouwen met een verhoogd risico op incontinentie (zoals bij adipositas).
Literatuur
- Woodley SJ, et al. Pelvic floor muscle training for prevention and treatment of urinary and faecal incontinence in antenatal and postnatal women. Cochrane Database Syst Rev 2017;12:CD007471.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.