H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Lagerugpijn is in het algemeen een onschuldige, zelflimiterende aandoening, maar soms is het een uiting van ernstig onderliggend lijden, zoals een wervelfractuur of een metastase. Patiënten met alarmsignalen worden daarom vaak verwezen voor verder onderzoek. Een recente review laat echter zien dat de voorspellende waarde van de meeste alarmsignalen sterk wordt overschat.
Downie et al. onderzochten de literatuur op onderzoeken over de voorspellende waarde van 26 alarmsignalen voor wervelfracturen en 27 voor maligniteiten. Uiteindelijk vonden ze 14 onderzoeken die aan alle inclusiecriteria voldeden. De kans op een wervelfractuur bij een patiënt die de huisarts bezoekt met aspecifieke lagerugklachten schatten zij op 1%. De kans van deze patiënten op een wervelmetastase is ongeveer 0,5%. De meeste traditionele alarmsymptomen die in verschillende internationale richtlijnen aangehouden worden, scoorden niet veel beter dan het toeval. Echter, patiënten die langdurig corticosteroïden gebruikten, hadden ongeveer 30% kans op een fractuur. Bij vrouwen ouder dan 64 jaar was dat ongeveer 15%. Ten slotte was de kans op een wervelfractuur ook verhoogd tot maximaal 10% als er sprake was van een ernstig trauma in de anamnese. Als er sprake was van twee of drie alarmsymptomen steeg het risico van 15% naar bijna 90%. De kans op een wervelmetastase als oorzaak van de rugklachten was alleen verhoogd bij patiënten die al bekend waren met een maligniteit en was gemiddeld 30%.
Aanvullend onderzoek bij patiënten met aspecifieke lagerugklachten op basis van alarmsymptomen kan dus aanzienlijk beperkt worden. Leeftijd bij mannen, onbegrepen vermagering of onvoldoende reactie op de behandeling hebben onvoldoende voorspellende waarde voor een wervelfractuur of een metastase. Ook traditionele risicofactoren als de ernst van de pijn, uitstraling of lokalisaties van de pijn, acuut begin of neurologische uitval waren niet gecorreleerd met de aanwezigheid van een maligniteit. De noodzaak om bij deze patiënten aanvullend onderzoek te laten doen is dan ook vaak niet aanwezig. Zo kan de gezondheidszorg toch weer wat goedkoper.