Design Een prospectief cohortonderzoek waarbij 416.175 volwassenen werden geïncludeerd. Het onderzoek liep van 1996 tot 2008, gemiddeld 8 jaar per deelnemer. Bij de start en vervolgens ieder jaar vulden de deelnemers een vragenlijst in. Aan de hand van 2 vragen werd het niveau van lichamelijke activiteit vastgesteld: soort lichaamsbeweging (= intensiteit), en het aantal uur lichaamsbeweging per week (= duur). Hierbij ging het om lichaamsbeweging in de vrije tijd, dus niet op het werk. Het product van intensiteit en duur bepaalde het niveau van lichamelijk activiteit. Vijf categorieën werden onderscheiden: inactief, weinig actief, gemiddeld actief, actief en zeer actief. De niet-actieven leden een zittend bestaan, de weinig-actieven bewogen ongeveer een kwartier per dag. De 3 groepen actievelingen bewogen respectievelijk zo’n half uur, 1 uur en 1,5 uur of meer per dag.
Analyses De onderzoekers berekenden hazard ratio’s om het risico op sterfte te vergelijken tussen enerzijds personen die lichamelijk actief waren (1 van de 4 categorieën) en anderzijds de inactieven. Hierbij werd gecorrigeerd voor 13 potentieel verstorende variabelen, waaronder geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, BMI, rookstatus, bloedddruk, cholesterol, diabetes en kanker.
Uitkomsten Vergeleken met de inactieven hadden de weinig-actieven (= 15 minuten lichaamsbeweging per dag) 14% (95%-BI 9-19) minder risico om te overlijden en een 3 jaar langere levensverwachting. Ieder kwartier extra bewegen bovenop het minimum van 15 minuten reduceerde het risico op totale sterfte met 4% (95%-BI 2,5-7,0) en op kankergerelateerde sterfte met 1% (95%-BI 0,3-4,5). Uit subgroepanalyses bleek de gezondheidswinst grofweg even groot bij rokers als bij niet-rokers en even groot bij mensen met als bij mensen zonder cardiovasculaire risicofactoren. Meer dan anderhalf uur lichaamsbeweging per dag leverde nauwelijks extra gezondheidswinst op.
Beschouwing De onderzoekers concluderen dat een kwartier per dag matig intensieve lichaamsbeweging leidt tot minder sterfte. De causaliteit in dit observationele onderzoek wordt ondersteund door de waargenomen dosis-respons-relatie (meer lichaamsbeweging was gerelateerd aan meer gezondheidswinst) en door het feit dat lichaamsbeweging gunstig was voor zowel personen met als personen zonder gezondheidsrisico’s.