Praktijk

Bron van inspiratie voor levenslang leren

Door
Gepubliceerd
10 mei 2006

Samenvatting

Deze nieuwe serie gaat over medisch onderwijs in de huisartsenpraktijk, over vakmanschap enmeesterschap. Het mes snijdt aan twee kanten: studenten en aios leren van uw expertise en uw deskundigheidsontwikkeling krijgt nieuwe impulsen. We volgen de opleider op zijn weg als huisarts (voorbeeldfunctie), didacticus (docent), manager (van een opleidingspraktijk) en enthousiaste professional (als opleider). We gebruiken daarbij literatuur, interviews en boeiende opleidingssituaties. De serie begint bij het begin: goede redenen om te gaan opleiden.

Opleiders presteren beter!

Zowel het basiscurriculum geneeskunde als de huisartsopleiding hebben de laatste jaren hun opleidingscapaciteit vergroot. Daardoor zijn steeds meer stageplaatsen nodig, en dus huisartsen die willen opleiden. Dat biedt mooie kansen, want opleiden verbetert uw functioneren als huisarts en uw didactische gaven. Didactische gaven, heeft u die dan al? Jazeker, want het werk als huisarts bestaat voor een groot deel uit onderwijs. Patiëntenvoorlichting is immers kennisoverdracht bij uitstek. Huisartsen die opleiden leveren kwalitatief betere huisartsenzorg, zo bleek uit onderzoek in Nieuw Zeeland.1 Bepaalde aspecten van zorg van huisartsen die wel én niet bij onderwijs betrokken waren, werden vergeleken. De scores van opleiders waren significant hoger (p

Voorbeeldfunctie en competenties

Opleiders geven het goede voorbeeld: zij zijn adequaat functionerende huisartsen. ‘O jee’, hoor ik u denken, ‘ben ik dat?’ En ja, die kans is erg groot, want huisartsenzorg in Nederland staat op een hoog peil. In menig document staat beschreven wat van een adequaat functionerende huisarts wordt verwacht. Heeft u bijvoorbeeld het Basistakenpakket van de LHV nog in uw kast?2 Zo niet, geen nood. Van de NHG-website kunt u ‘Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening, Concretisering Toekomstvisie 2012’, downloaden en daarmee uzelf en uw praktijkorganisatie spiegelen aan de kenmerken van goede huisartsenzorg. In de huisartsopleiding gebruiken we de Eindtermen (2000) en het Competentieprofiel van de huisarts (2005). Deze beschrijven de kwaliteitseisen en competenties waaraan een adequaat functionerende huisarts moet voldoen. Een competentie is de geïntegreerde toepassing van kennis, vaardigheden, attitudes, eigenschappen en inzichten tijdens het beroepsmatig functioneren. En bij goed vakmanschap is het geheel meer dan de som der delen! De competenties zijn ondergebracht in zeven taakgebieden (zie kader). Huisartsen-in-opleiding moeten na drie jaar voldoen aan dit Competentieprofiel, maar u als opleider ook! Hoe dat wordt getoetst en aan welke criteria u moet voldoen als u zich aanmeldt als opleider, leest u in de volgende aflevering.

Zeven taakgebieden, tweeëntwintig competenties

1. Vakinhoudelijk handelen De huisarts:

  • interpreteert de klacht binnen de context;
  • past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied doelgericht en evidence based toe;
  • levert op gestructureerde wijze eerstelijns zorg.
2. Arts-patiëntcommunicatie De huisarts:
  • bouwt effectieve behandelingsrelaties met patiënten op;
  • past communicatietechnieken en -middelen doelgericht toe;
  • betrekt de patiënt actief bij de besluitvorming.
3. Samenwerking De huisarts:
  • draagt bij aan effectieve intra- en interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg;
  • past samenwerkingsvaardigheden doelgericht toe;
  • verwijst doelgericht op basis van actueel inzicht in de expertise van andere zorgverleners.
4. Organisatie De huisarts:
  • realiseert integrale en doelmatige huisartsenzorg die continu en toegankelijk is;
  • past organisatie- en managementtechnieken doelgericht toe;
  • gebruikt informatietechnologie voor optimale patiëntenzorg.
5. Maatschappelijk handelen De huisarts:
  • bevordert de gezondheid van individuele patiënten en groepen patiënten;
  • handelt volgens de geldende wetgeving voor de huisarts;
  • behartigt belangen van (toekomstige) patiënten n.a.v. incidenten in de zorg;
  • handelt kostenbewust.
6. Wetenschap en onderwijs De huisarts:
  • onderbouwt de zorg op wetenschappelijk verantwoorde wijze;
  • bevordert ontwikkeling en implementatie van vakkennis;
  • bevordert de deskundigheid van studenten, aios, collegae en andere zorgverleners.
7. Professionaliteit De huisarts:
  • houdt persoonlijke en professionele rollen in evenwicht;
  • werkt systematisch en doelbewust aan verbetering van zijn beroepsmatig functioneren;
  • gaat binnen het kader van de beroepsethiek bewust om met voorkomende verschillen in normen en waarden.

Literatuur

  • 1.Lillis S. Quality in general practice and involvement in teaching: is there an association? New Zealand Family Physician, vol 31, no 5, October 2004.
  • 2.Basistakenpakket van de huisarts. LHV-vademecum. Utrecht: LHV, 1987.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen