Mensen met een burn-out hebben vaak concentratie- en geheugenklachten. De gedachte is dat dit komt door effecten van chronische stress op het brein. Er was nog onduidelijkheid over de rol van het stresshormoon cortisol bij burn-outklachten. Een recent proefschrift laat zien dat de cortisolniveaus lager zijn bij burn-outpatiënten dan bij gezonde mensen en dat concentratie- en geheugenproblemen ondanks behandeling lang aanhouden.
In zijn proefschrift over burn-out bestudeerde psycholoog Oosterholt 85 mensen, waarvan 31 met klinisch vastgestelde burn-out. De overige mensen hadden burn-outklachten, maar waren niet als zodanig gediagnosticeerd (n = 27) of waren gezonde controles (n = 27). Hij vervolgde deze mensen 1,5 jaar lang. De patiënten met burn-out kregen intussen psychologische behandeling. Vóór en ná deze periode werden vragenlijsten over concentratie en geheugen afgenomen en werd het cortisol bepaald. Patiënten met burn-out reageerden goed op de behandeling, maar hadden na 1,5 jaar nog steeds méér cognitieve problemen dan gezonde controles. Patiënten met burn-out en burn-outklachten hadden aan het begin lagere cortisolniveaus dan gezonde controles. Na 1,5 jaar psychologische behandeling was dit genormaliseerd. Bij de patiënten die niet behandeld waren, was dit nog steeds afwijkend.
De huisarts kan voor diagnostiek en behandeling van burn-outklachten gebruik maken van de LESA Overspanning en burn-out. Concentratie en geheugenproblemen maken deel uit van de diagnose, maar over het beloop ervan staat niks beschreven. Dit proefschrift maakt duidelijk dat er ook na behandeling langdurige klachten van de concentratie kunnen zijn en dat de stresshormoonhuishouding verstoord is bij patiënten met burn-out. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of de vaststelling en eventueel behandeling daarvan ook kan bijdragen aan een sneller herstel.
Dr. B.G. Oosterholt. Burned out cognition and cortisol? [Proefschrift]. Nijmegen: Radboud Universtiteit Nijmegen, 2016.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.