In een cochranereview uit 2014 stond dezelfde conclusie, maar voornamelijk gebaseerd op kleine onderzoeken in gespecialiseerde centra bij overwegend jongere, mannelijke patiënten met hartfalen met verminderde ejectiefractie (HFrEF). De huisarts ziet echter andere patiënten met hartfalen: ze zijn veelal oud, vaker vrouw en meer dan de helft van hen heeft een behouden ejectiefractie (HFpEF). Een recente update van de review, met nieuwe onderzoeken, ondersteunt de conclusie van de eerdere review. De patiënten die de huisarts het meest ziet, zijn echter nog steeds ondervertegenwoordigd.
De auteurs vergeleken het effect van hartrevalidatieprogramma’s met conditietraining op de eindpunten mortaliteit, ziekenhuisopnames en kwaliteit van leven ten opzichte van gebruikelijke zorg dan wel revalidatieprogramma’s zonder conditietraining. Zij includeerden 44 RCT’s, waarvan 11 nieuwe. In totaal betrof het 5783 patiënten met hartfalen, 19 tot 2331 patiënten per onderzoek, gemiddelde leeftijd 51 tot 81 jaar, 79% man, voornamelijk HFrEF-patiënten.1
Hartrevalidatie met conditietraining lijkt geen overtuigend effect te hebben op mortaliteit op korte termijn (≤ 1 jaar follow-up; interventie 5,1% mortaliteit versus controle 5,8%; RR 0,89; 95%-BI 0,66 tot 1,21) en evenmin op lange termijn (> 1 jaar follow-up; 17,2% versus 19,8%, RR 0,88; 95%-BI 0,75 tot 1,02). Wel daalde de kans op ziekenhuisopnames (niet noodzakelijk ten gevolge van hartfalen) (16,5% versus 23,7%; RR 0,70; 95%-BI 0,60 tot 0,83). Ook de kwaliteit van leven lijkt te verbeteren (gestandaardiseerd gemiddeld verschil 0,60; 95%-BI 0,82 tot 0,39). De setting (thuis versus ziekenhuis) en de interventie (alleen training versus complexe programmatische zorg) varieerden, maar dit leek de effecten niet duidelijk te beïnvloeden.
Betere conditie, minder ziekenhuisopnames
Vroeger kregen patiënten na een acuut cardiovasculair event bedrust voorgeschreven en luidde het advies fysieke inspanning tot een minimum te beperken. Inmiddels weten we dat dit leidt tot snelle conditionele en functionele achteruitgang. Alle richtlijnen, waaronder de NHG-Standaard Hartfalen, raden tegenwoordig begeleide lichaamsbeweging aan, zowel na een acuut event als in de chronische fase van cardiale ziekten. Deze cochranereview onderbouwt dit advies en laat bovendien zien dat het positieve effect van conditietraining zowel thuis als in het ziekenhuis optreedt. Bij patiënten met stabiel chronisch hartfalen zijn de risico’s van conditietraining laag en deze lijkt een geschikte interventie voor de eerste lijn.
Conditietraining heeft voornamelijk effect op het aantal ziekenhuisopnames. Een belangrijk gegeven, want de mortaliteit van hartfalen is de afgelopen decennia weliswaar fors gedaald, maar het aantal ziekenhuisopnames blijft desondanks hoog.2 Ziekenhuisopnames hebben grote impact op conditie en zelfredzaamheid van de patiënt, en drijven de groeiende zorgkosten voor patiënten met hartfalen verder op.3
Zorgelijk is de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke, oudere patiënten met behouden ejectiefractie (HFpEF), terwijl de huisarts dit type patiënt het meest ziet. Vooralsnog bestaat er geen mortaliteitsverminderende medicatie voor patiënten met een behouden ejectiefractie. Patiënten met HFpEF zijn vaak oud en kwetsbaar; juist zij zouden baat kunnen hebben bij conditietraining, mits goed begeleid. Vooralsnog is er daarom geen reden van de standaard af te wijken: iedere patiënt met stabiel chronisch hartfalen zou moeten trainen, ongeacht de ejectiefractie, maar aangepast aan de individuele belastbaarheid.
Literatuur
- 1.↲Long L, , Davies EJ, Coats AJ, et al. Exercise-based cardiac rehabilitation for adults with heart failure. Cochrane Database Syst Rev 2019;29:CD003331. Mordi IR, Bridges C, Sagar VA
- 2.↲Roger VL. The heart failure epidemic. Int J Environ Res Public Health 2010;7:1807-30.
- 3.↲Lesyuk W, Kriza C, Kolominsky-Rabas P. Cost-of-illness studies in heart failure: a systematic review 2004-2016. BMC Cardiovasc Disord 2018;18.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.