Continuïteit betekent ononderbroken samenhang, zo mooi staat dat in de Van Dale. Ononderbroken samenhang in de acute zorg wil zeggen dat de zorg bij spoedgevallen naadloos hoort over te gaan van de ene hulpverlener naar de andere. Ketenzorg in plaats van domeindiscussies. Toch voeren domeindiscussies vaak de boventoon in de samenwerking tussen SEH en HAP of in de samenwerking tussen ambulancezorg en HAP. Bij wie ‘hoort’ de zelfverwijzer? Wie is het capabelst als triagist? Wie bepaalt of een ambulance gaat rijden? Dat samenwerking in de gezondheidszorg een weerbarstige materie is, blijkt uit de vele overheidsrapporten en -adviezen die sinds 1974 – destijds door de toenmalige staatssecretaris Hendriks – steeds dezelfde boodschap voor het voetlicht brengen: per domein is de medische zorg doorgaans goed geregeld, maar de samenwerking tussen zorgaanbieders kan en moet beter.
De patiënt maakt een afweging: bel ik 112, zal ik naar de SEH gaan of bel ik de huisarts? Zo’n keuze is niet altijd eenvoudig. Drie loketten in de acute zorg betekent dikwijls drie verschillende vervolgtrajecten. Om maar te zwijgen over de reisafstand naar een apotheek. Kortom, vanuit patiëntenperspectief is de zorgketen meestal weinig patiëntgericht. Het is niet alleen de afweging die voor patiënten lastig is. Zij moeten ook telkens opnieuw hun verhaal doen aan de telefoon, bij de huisarts of de ambulancebroeder, tegen de SEH-verpleegkundige of medisch specialist. Ook vindt er onnodige vertraging of verlies van informatie plaats bij de overdracht tussen zorgaanbieders.1 Waarom is het medisch dossier per werkveld goed geregeld, maar gaat in de keten bij elke schakel een deel van de informatie verloren? Het is eveneens verbazingwekkend dat in de nachtelijke daluren een batterij hulpverleners paraat staat voor een handvol patiënten.2 Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat van de acutezorgvragen slechts 5% spoedeisend is en dat veel zelfverwijzers op de SEH prima door de eerste lijn kunnen worden behandeld.3 Veel onderzoeken en rapporten signaleren al dat de toegang niet eenduidig is. Patiënten komen op de verkeerde plek terecht en de samenwerking tussen ketenpartners is gebrekkig. De conclusie is duidelijk. Gelet op het aantal zorgvragers dat zich jaarlijks tot de acutezorgketen wendt, is een juiste begeleiding van de patiënt met eenduidige triage – dus ongeacht waar de patiënt zich meldt – een evidente noodzaak; vanuit het perspectief van de zorgvrager, en vanuit kosteneffectiviteit en kwaliteit van zorg.
Wie zijn oor bij de burgers te luisteren legt zoals in Hoogeveen werd gedaan4 of door de NPCF,5 constateert dat zij niet verlegen zitten om huisartsenzorg of ziekenhuiszorg. Zij willen acute zorg, snel toegankelijk en dicht bij huis. Geruststelling, daar draait het vaak om. Wie die zorg verleent, laat de patiënt verder koud. Hoe kunnen we realiseren dat de patiënt snel én doelmatig die juiste hulp ontvangt? Het antwoord is eenvoudig. Creëer een goed georganiseerde keten achter één loket. Dat betekent één telefoonnummer voor alle vragen en één regionale post voor acute zorg. Achter dit telefoonnummer en op zo’n regionale spoedpost kan een goed opgeleide triagist bepalen hoe urgent de zorg is die geboden moet worden en welke hulpverlener wordt ingezet. De acute zorg wordt daarbij niet gehinderd door de domeinen ziekenhuis, ambulance of huisartsenpost, maar verrijkt met functies als mobiele zorg, generalistische en complexe zorg. De triagist heeft de nodige gegevens over reistijd en beschikbaarheid van hulpverleners. En de organisatie van de acute zorg vindt zijn beslag in een keten waar het medisch dossier digitaal beschikbaar is voor alle zorgverleners.
Het valt niet uit te leggen waarom dit nog geen werkelijkheid is. Maar er gloort hoop. In veel regio’s zoeken huisartsenposten en SEH-afdelingen elkaar op en de ambulancezorg wil meer samenwerken met huisartsen. Ambulancezorg, SEH’s, GGZ en huisartsen hebben inmiddels samen het Nederlands Triage Systeem gemaakt.6 Het CVZ heeft door Plexus laten uitrekenen wat de kosten en baten zijn van een eenduidige toegang en triage met daarachter functies in plaats van organisaties.7 Prismant bekeek aan welke eisen een regionaal loket moet voldoen.8 Wij dienen ons bewust te zijn wat het belang van de patiënt is. We kunnen wellicht onze cultuurverschillen, strategische belangen en financiële problemen opzij zetten. De overheid, zorgverzekeraars en professionals zouden hun krachten kunnen bundelen. Dan zullen continuïteit en samenwerking positieve vruchten afwerpen.
Literatuur
- 1.↲Wiechers J, Kool T, Schlatmann M, Uytdenhaage I, Pepels R, Balestra W. Gezamenlijk bouwen aan meer samenhang in de acute zorgketen. http://www.cvz.nl/resources/rpt0508_acutezorg_bijl_tcm28-17909.pdf
- 2.De Bie-de Waal M, Lie O Y, Van Schothorst A, Schrijvers G. Acute zorg in Utrecht. http://jc.med.uu.nl/julius/publications/pdf/Rapport%20meetweek%202005%20verzendversie.pdf
- 3.↲Giesen P. Toekomstige samenwerking tussen de Huisartsenpost en de Spoedeisende Eerste Hulp. www.cvz.nl/resources/rpt0405_huisartsendienstenstructuren_bijl8_tcm28-19281.pdf
- 4.↲Van Es R. De metamorfose van Hoogeveen. Med Contact 2006;61:1300-3.
- 5.↲Foekema H, Hendrix C. Spoed moet goed. Een onderzoek naar de spoedeisende zorg. Utrecht: NCPF, 2005.
- 6.↲Jochems PJJ, Drijver CR, Ten Wolde WLM, Hermann GB, In ’t Veld CJ. Geen tijd voor spraakverwarring. Med Contact 2006;61:650-2.
- 7.↲Wiechers J, Balestra W, Houtepen J, Jansen E. www.plexus.nl/files/pdf/Samenvatting_rapportdelen_Plexus%20acute%20zorg.pdf
- 8.↲Pepels R, Sonneveld R, Lierens G, Kool T. Het regionaal loket voor acute zorg. http://www.prismant.nl/prismant/download/publicatie/rapport_acute_zorg.pdf
Reacties
Er zijn nog geen reacties.