De NHG-Standaard Maagklachten beveelt aan het effect van Helicobacter (H.) Pylori-eradicatie te controleren met een feces- of ademtest. Onduidelijk is of dit ook zou kunnen met bepaling van immuunglobulinen (IgG) in bloed. Recent onderzoek laat zien dat er tussen patiënten onderling een sterke variatie bestaat in IgG-waarden, maar dat de waarden van individuele patiënten duidelijk afnemen na behandeling.
In een Amerikaanse huisartsenpraktijk werden in totaal 93 patiënten met een H. Pylori-infectie onderzocht. Voorafgaand en na eradicatie werd een ureum-ademtest verricht en serum IgG bepaald. Voorafgaand aan de behandeling was er tussen patiënten een grote variatie in IgG-waarden. Drie tot zes maanden na succesvolle eradicatie lieten individuele patiënten echter een duidelijke afname zien van gemiddeld 68% ± SD 3%.
De NHG-Standaard Maagklachten beveelt H. Pylori-serologie (IgG) niet aan om de diagnose te stellen. De feces- en ureum-ademtest zijn sensitiever en specifieker. Ook voor controle na eradicatie worden deze tests aanbevolen. Nadeel ervan is dat maagzuurremmers voorafgaand aan de test twee weken gestaakt moeten worden. Ook vormt het inleveren van feces of het doen van een ademtest een grotere belasting voor patiënten. Bloed afnemen zou patiëntvriendelijker zijn. Dit onderzoek laat zien dat de afname van IgG-waarden wellicht een rol speelt bij de controle van H. Pylori na eradicatie. Toekomstig onderzoek met meer patiënten is nog wel nodig om dit te bevestigen en de juiste afkapwaarden te bepalen voor gebruik in de dagelijkse praktijk.
Wang D, et al. Clinical implication of immunoglobulin G levels in the management of patients with Helicobacter Pylori infection. J Am Board Fam Med 2014;27(5):682-89.
Foto: Royaltystockphoto.com/Shutterstock
Reacties
Er zijn nog geen reacties.