1. Urlings geeft in haar artikel aan wanneer de huisarts de diagnose coxitis fugax met zekerheid kan stellen. Op welk moment is dat?1
a. Als op de echo een hydrops in het heupgewricht zichtbaar is.
b. Als andere oorzaken van heupklachten zijn uitgesloten, zoals de ziekte van Legg-Calvé-Perthes en epifysiolyse.
c. Als de klachten verdwenen zijn, binnen 10 dagen na ontstaan.
2. Coxitis fugax is een aandoening die met rust vanzelf overgaat. Bij twee derde van de kinderen zijn de klachten binnen een week verdwenen. Uit onderzoeken blijkt dat ibuprofen de ziekteduur met 2,5 dag kan verkorten. Wat is volgens Urlings et al. de plaats van een NSAID bij coxitis fugax?1
a. Een NSAID is eerste keus medicatie vanwege effect op pijn en ziekteduur.
b. Een NSAID is pas aangewezen als paracetamol onvoldoende als pijnstiller helpt.
c. Een NSAID is pas aangewezen als de klachten niet verdwijnen na 10 dagen.
3. De huisarts heeft Roy, 7 jaar, verwezen wegens vermoeden van een chronische heupaandoening. Roy had al 3 weken pijn in de rechterlies en hij liep mank. Hij was niet ziek en andere gewrichten waren niet aangedaan. Welke diagnose past het beste bij deze anamnese?1
a. Epifysiolyse
b. Juveniele idiopathische artritis
c. De ziekte van Legg-Calvé-Perthes
4. De 8-jarige Ruben is hersteld van coxitis fugax. Vanwege de pijn moest hij bedrust houden. De ouders vragen wat zij moeten doen als Ruben weer pijn krijgt. Welke conclusie en advies van de huisarts is correct?1
a. Ouders hoeven geen contact op te nemen, de pijnklacht past nog bij de eerste episode.
b. Om andere oorzaken uit te sluiten, dienen ouders contact op nemen met de huisarts.
c. Ouders hoeven geen contact op nemen; er is sprake van een recidief waarvoor dezelfde therapie geldt.
5. Koen, 2 jaar, is prikkelbaar en huilerig. Het valt zijn moeder op dat hij minder loopt en tijdens het lopen zijn linkerbeen ontziet. Een luier verwisselen doet pijn. Bij de huisarts is de temperatuur 38,7 ºC en is bewegen van de linkerheup in elke richting pijnlijk. Wat is het aangewezen beleid?1
a. Beloop van de temperatuur afwachten, controle na 2 dagen.
b. Laboratorium- en röntgenonderzoek aanvragen.
c. Spoedverwijzing naar een kinderorthopeed.
6. De moeder van de 9-jarige Noud spreekt de huisarts over de nachtelijke pijn van Noud. Hij klaagt 1 tot 2 keer per week over pijn in zijn rechterbeen. Hij kan niet goed aanwijzen waar de pijn zit. Er zijn ook weken dat hij geen pijn heeft. De huisarts denkt aan groeipijn, maar zegt dat 1 symptoom hier niet bij past. Welke is dat?2
a. Unilaterale pijnklachten
b. Niet goed te lokaliseren pijn
c. Pijnvrijepisodes
7. Een beenlengteverschil tot 1 cm wordt bij een kind als normaal beschouwd. Bij een verschil > 2 cm gaat een kind mank lopen. Hoe wordt een beenlengteverschil opgemeten bij kinderen?
a. In buikligging met de knieën 90 graden in flexie; meet vervolgens het hoogteverschil tussen de voetzolen.
b. In rugligging door de afstand tussen spina iliaca anterior en de mediale malleolus te meten (verschil links-rechts).
c. Staand: door het hoogteverschil tussen spinae iliaca anteriores met plankjes onder de voet te meten.
8. Mank lopen bij een kind geldt als ‘niet pluis’. Heuponderzoek en monitoring zijn dan aangewezen. Welke heupaandoening, die bij 20% bilateraal voorkomt, staat op de voorgrond in de leeftijdscategorie 11 tot 15 jaar?1
a. Epifysiolyse
b. Juveniele idiopathische artritis
c. De ziekte van Legg-Calvé-Perthes
d. Septische artritis
De kennistoets is gemaakt door toetsredacteur Henk Folkers en is gebaseerd op de artikelen in onderstaande literatuurlijst. Over vragen en antwoorden wordt niet gecorrespondeerd.
Antwoorden
1c / 2b / 3c / 4b / 5c / 6a / 7c / 8a
Literatuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.