Opzet Aan het SAVE-onderzoek hebben ongeveer 2700 patiënten deelgenomen die gerandomiseerd werden in twee groepen. De interventiegroep werd ten minste drie uur per nacht behandeld met CPAP en kreeg daarnaast de gebruikelijke zorg. De andere helft kreeg alleen maar gebruikelijke zorg. Het primaire eindpunt van het onderzoek was het optreden van cardiovasculaire ziekte of sterfte. Tevens werd gekeken naar de effecten van CPAP op de symptomen van OSAS, zoals slaperigheid overdag, kwaliteit van leven en snurken. De mediane follow-upduur van de deelnemers was 3,7 jaar. De mediane gebruiksduur van CPAP-apparatuur was in het begin van het onderzoek 4,4 uur en daalde naar 3,5 uur per nacht na twaalf maanden, maar bleef daarna constant.
Resultaten Tweeënveertig procent van de deelnemers die CPAP kreeg, had de apparatuur voldoende lang aangekoppeld (vier uur of langer per nacht) om een klinisch relevant effect op de apnoe te mogen verwachten. In beide groepen was er gedurende het onderzoek geen verschil in medicatie, roken, BMI en andere risicofactoren. Uiteindelijk kreeg 17% van de deelnemers uit de CPAP-groep een myocardinfarct of CVA, of stierf door cardiovasculaire oorzaak. In de groep die alleen gebruikelijke behandeling kreeg, was dat 15% (RR 1,10; 95%-BI 0,91-1,32; p = 0,35). Een analyse van de primaire en secundaire cardiovasculaire eindpunten met het oog op een mogelijke dosis-responsrelatie liet geen vermindering van het aantal cardiovasculaire eindpunten zien bij een intensiever gebruik van de CPAP. Wel was er sprake van een vermindering van de slaperigheid overdag, verbetering van de stemming, vermindering van het ziekteverzuim (gemiddeld 30 dagen minder per jaar in de CPAP-groep) en andere symptomen van OSAS, zoals snurken.
Conclusie van de auteurs Vooralsnog lijkt CPAP alleen effectief te zijn als het gaat om de kwaliteit van leven en om de stemming te verbeteren, de slaperigheid overdag te verminderen en het ziekteverzuim drastisch te reduceren. Voor patiënten die alleen klagen over snurken lijkt de indicatie van CPAP beperkt, ook al lopen ze cardiovasculair een verhoogd risico. Zijn er meer klachten die toe te schrijven zijn aan OSAS, dan valt CPAP te overwegen. Voor primaire of secundaire preventie van cardiovasculaire ziekte is het (levens)belang vooralsnog niet aangetoond.