In de augustusuitgave van Huisarts en Wetenschap (H&W 2002;45(9):445) schrijft Zaat over ‘weinig echte winst’ met losartan en verwijt de onderzoekers van het LIFE-onderzoek 1 selectiviteit in hun conclusies. De conclusie over de winst voor arts en patiënt wordt geïllustreerd aan de hand van 13% relatieve risicoreductie van het primaire eindpunt CV-dood, myoardinfarct en CVA's. Deze risicoreductie komt bovenop de 40% reductie door bètablokkers. 2 In dit opzicht is het LIFE-onderzoek uniek. In geen enkel vergelijkend onderzoek tussen twee actieve hypertensiebehandelingen (STOP-2, CAPPP, NORDIL) is tot op heden een significant verschil aangetoond. De winst voor de patiënt wordt het beste geïllustreerd aan de hand van de additionele reductie van 25% voor CVA's ten opzichte van atenolol. 1 De belangrijkste uitkomst van het LIFE-onderzoek blijft in het redactionele artikel onbesproken. Een huisarts moet 50 patiënten gedurende de duur van de studie (4,8 jaar) met losartan behandelen in plaats van atenolol om één CVA te voorkomen. Dit gegeven is aangetoond bij hypertensiepatiënten met LVH, dat bij een belangrijk deel (20-40%) van de hypertensiepatiënten voorkomt. In Nederland worden 680.000 patiënten behandeld voor hoge bloeddruk, waarvan verhoudingsgewijs de grootste groep wordt behandeld met een bètablokker (eventueel in combinatie met andere middelen). Behandeling met losartan kan een substantiële bijdrage leveren aan het groeiende probleem van de sterk invaliderende en kostbare CVA's. De kosten van de zorg rondom deze aandoening bedragen momenteel circa 1 miljard euro per jaar. Ook stelt Zaat dat losartan ‘weinig echte vermindering geeft van bijwerkingen’. Van monotherapie losartan versus de bèta-blokker is uit meerdere onderzoeken bekend dat losartan een significant gunstiger bijwerkingenprofiel heeft. Het LIFE-onderzoek bevestigt dat. Een groot deel van de patiënten in beide behandelgroepen gebruikte in dit onderzoek ook een diureticum en daarom ligt het absolute aantal bijwerkingen hoger dan bij monotherapie. De conclusie van de onderzoekers dat ‘losartan prevents more cardiovasculair morbidity and death than atenolol .. and is better tolerated’ is daarom gerechtvaardigd en mag worden beschouwd als een doorbraak in de behandeling van hypertensie.
Antwoord
Ik kan het ook niet helpen. De onderzoekers van het LIFE-onderzoek noemen de ‘cardiovascular morbidity and death’ echt het belangrijkste eindpunt. Dat eindpunt bestaat uit dood door cardiovasculaire oorzaken, myocardinfarcten en CVA's. Dat er minder CVA's voorkomen in de groep hypertensiepatiënten met LVH die met losartan worden behandeld, is meegenomen. Het weglaten van een beschrijving van de populatie in de conclusie vind ik een ernstige omissie. De indruk wordt zo gewekt dat losartan ook bij patiënten zonder LVH werkt. Die maken echter een beperkt deel uit van de hypertensiepatiënten in de huisartsenpraktijk, zoals ook Van Leijenhorst toegeeft. De bijwerkingen van losartan staan netjes in tabel 2 van het originele onderzoek. De verschillen zijn marginaal. Er is geen enkele reden om losartan als een echte doorbraak te zien.
Joost Zaat
Literatuur
- 1.↲↲Dahlöf B, Devereux RB, Kjeldsen SE, Julius S, Beevers G, Faire U, Fyhrquist F, Ibsen H, et al. Cardiovascular morbidity and mortality in theLosartan Intervention For Endpoint reduction in hypertension study (LIFE): a randomised trial against atenolol. Lancet 2002;359:995-1003.
- 2.↲Dahlöf B, Lindholm LH, Hansson L, Schersten B, Ekbom T, Wester PO. Morbidity and mortality in the Swedish Trail in Old Patients with Hypertension (STOP-Hypertension). Lancet 1991;338: 1281-85.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.