Het kan u niet ontgaan zijn: het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde bestaat 150 jaar. Samen met de Lancet en de New England Journal of Medicine behoort het tot de oudste algemeen medisch wetenschappelijke tijdschriften ter wereld. Naast de jubileumeditie (zie Journaal) bracht het NTvG ook een jubileumboek uit: De derde 50 jaar. Het is een prachtig vormgegeven boek, waarin de medische ontwikkeling van de laatste vijftig jaar staat beschreven: de beeldvorming, de sleutelgatchirurgie, de Helicobacter pylori, de nierdialyse, de pil, de farmacopsychiatrie, het DNA. De mooiste illustraties uit al die jaargangen zijn opgenomen. Maar ook de maatschappelijke ontwikkelingen komen aan de orde: de feminisering van het beroep, de juridisering van de geneeskunde, de ethische vragen, de rampen (van thalidomide tot Volendam), de medische opleiding. De auteurs bespreken ook de invloed die het NTvG heeft op de ontwikkeling van de medische terminologie in het Nederlandse taalgebied. Tussen de hoofdstukken staan, per tien jaargangen gegroepeerd, de belangrijkste onderwerpen uit die tijd beschreven. Zo stonden in 1957 in het tijdschrift onder meer artikelen over de daling van autochtone malaria, het advies voor geneeskundig onderzoek voor het huwelijk, psychische stoornissen door vakantie, roken en longkanker en de sterfte aan difterie. In 1958 werd geschreven over de sterfte aan Aziatische influenza in 1957 en over de eerste ervaringen met chloorthiazide. En in 1959 over de mond-op-mondbeademing, ‘deze nieuwe veelbelovende methode’ en over kunststoflenzen in het oog. En de Planta-ziekte in 1960. Dat gaat zo door tot 2006: de noodzaak voor centralisatie van pancreasresecties. Van der Meer en Van ’t Hof hebben de geschiedschrijving van de derde 50 jaar anders aangepakt dan hun voorgangers Delprat en Van Valkenburg. Delprat beschreef in zijn boek over de eerste 50 jaar vooral de geschiedenis van de organisatie. Van Valkenburg had voor de tweede 50 jaar meer aandacht voor de wetenschappelijke inhoud van het Tijdschrift. De beschrijvers van de derde 50 jaar geven een prachtig overzicht van de ontwikkeling van de wetenschap, maar zetten die in het kader van de maatschappelijke ontwikkelingen. Ze voegen zelfs een klein kritiekpunt toe: de stem van de patiënt wordt in al die jaren onvoldoende gehoord. Slechts een viertal hoofdredacteuren bepaalde de ontwikkelingen in die derde 50 jaar: Prakken, Jongkees, Dunning en Van Gijn. Daarin werden zij bijgestaan door een jaloersmakende grote staf. Het boek vormt een bron van inspiratie voor de verslaglegging van de eerste vijftig jaar van Huisarts en Wetenschap. Ted van Essen
Reacties
Er zijn nog geen reacties.