Nieuws

De flauwte voorbij

Gepubliceerd
4 januari 2012
Twaalf procent van de patiënten die voor het eerst een syncope doormaakt, ontwikkelt binnen een jaar een ernstige cardiovasculaire complicatie. Vlaamse onderzoekers concluderen dat de syncope een onafhankelijke risicofactor is bij de oudere patiënt.
Wanneer we syncope definiëren als een onverwachte, kortdurende, vanzelf overgaande bewusteloosheid, dan zien we in de spreekkamer twee groepen patiënten voor ons: adolescenten en ouderen. Dat is precies ook wat de Leuvense onderzoekers vonden. Zij zochten in de Vlaamse huisartsendatabase naar patiëntcontacten voor syncope, collaps of black-out. In een periode van 15 jaar vonden ze 2785 patiënten met een eerste syncope (incidentie 1,91 per 1000 patiëntjaren). Vrouwen verloren vaker het bewustzijn dan mannen (2,42 versus 1,4). De incidentie toonde een piek in de leeftijdscategorie 15-24 jaar en boven de 45 jaar. Na matching met een controlegroep van meer dan 13.000 patiënten, gingen de onderzoekers op zoek naar risicofactoren voor het ontwikkelen van een cardiovasculaire complicatie, zoals een myocardinfarct, embolie of CVA binnen 1 jaar na de syncope. Dat gebeurde maar liefst bij 12,3% van de patiënten die een syncope doormaakten, vergeleken met 5,7% in de controlegroep. De patiënten met een syncope hadden meer cardiovasculaire risicofactoren, maar toch bleek de syncope op zich in een uitgebreide regressie-analyse een onafhankelijke risicofactor voor cardiovasculaire narigheid binnen een jaar (RR 3,99). Ook comorbiditeit en leeftijd bleken zoals verwacht sterke voorspellers. Bij de adolescenten hoeven we dus niet te vrezen na een kortdurend bewustzijnsverlies, want hun risico was niet verhoogd. Bij de oudere patiënt mag een syncope terecht als alarmbel worden beschouwd. Zo heeft een 75-jarige na een syncope een kans van 20-30% op een cardiovasculair event binnen 1 jaar, afhankelijk van de comorbiditeit. Deze resultaten scherpen onze bewustwording bij patiënten met onverwacht kortdurend bewustzijnsverlies. De belangrijkste vraag blijft echter helaas (nog) onbeantwoord: welke patiënt heeft meteen aanvullende diagnostiek of verwijzing nodig?
(Jochen Cals)

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen