Wetenschap

De impact van euthanasie op huisartsen

Gepubliceerd
10 november 2008

‘Doodt u mij, anders bent u een moordenaar,’ kreunde de visionaire schrijver Franz Kafka op zijn pijnlijke sterfbed tegen dr. Robert Klopstock.1

Uit kwalitatieve interviews blijkt dat euthanasie voor de arts vaak problematisch of zelfs traumatisch is. Die emotionele, negatieve ervaring is een belangrijke aanleiding voor ethische reflectie.2 We gaan daarbij in op één vraag: wat is de plaats van de ethische integriteit van de huisarts? Meestal is een jarenlange vertrouwensrelatie met de patiënt een voorwaarde bij euthanasie. Daarbij ervaren veel artsen een kloof tussen de handeling en hun eigen persoonlijke beleving. De juridische mogelijkheid niet in te gaan op een euthanasieverzoek neemt die ethische onrust niet weg en artsen kunnen ervaren de patiënt in de steek te laten. Kan de verantwoordelijkheid en trouw ten opzichte van de patiënt betekenen dat de huisarts voorbijgaat aan zijn eigen ethische integriteit? Het antwoord is ja wanneer je het ethische denken van Levinas eenzijdig uitlegt: ‘Het idee van het goede rijst enkel op in het feit dat in de ontmoeting de ander op de allereerste plaats komt. De relatie waar het ik het jij ontmoet is de plaats en de originele omstandigheid van het ethische gebeuren. Het ethische feit is niets verschuldigd aan waarden; het zijn de waarden die alles aan het ethische feit verschuldigd zijn. Het concreet goede is het waardig zijn van de andere mens…’3 Een keuze voor het concreet goede gebeurt in de ontmoeting met de ander. Het belang van de ander en niet de bestaande waarden zijn dus doorslaggevend. De rol van de huisarts is daarmee instrumenteel, zijn eigen morele integriteit is ondergeschikt aan de ander. Zo niet, dan gaat men aan de nood van de ander voorbij en is men een moordenaar, zoals Kafka het stelt. Bij deze redenering plaatsen we twee vraagtekens. Ten eerste veronderstelt elke verantwoordelijkheid een persoon die zijn eigen morele autonomie heeft gevormd, en vanuit zijn geweten en professionaliteit kan oordelen op welke wijze hij de nood van de ander tegemoet treedt. Euthanasie gaat vaak gepaard met emotionele en ethische huiver.4 De huisarts is geen technicus die buiten de handeling staat. Het ontzag voor het stervensproces raakt de eigen emotionele en ethische integriteit. Indien de huisarts hieraan voorbijgaat, plaatst hij zichzelf als ethisch handelende persoon buitenspel. Ten tweede is er ook de ruimere context waarin de arts functioneert. De arts draagt niet alleen verantwoordelijkheid voor die ene patiënt, maar voor meerdere patiënten. Er is dus geen sprake van een tweegesprek, waarin de een bereid is te handelen voor de ander.5 De huisarts moet dus wel handelen vanuit zijn eigen emotionele en ethische grondhouding.

Door deze twee redenen alleen al is de zorg voor de eigen emotionele en ethische integriteit belangrijk. Communicatie, overleg en bondgenootschap kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het behoedzaam omgaan met de eigen ethische integriteit.

Literatuur

  • 1.Brod M. Franz Kafka. Een biografie. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1967:p 213.
  • 2.Levinas E. Emmanuel Levinas aan het woord. Kampen-Kapellen: Ten Have, Pelckmans, 2006:p 127.
  • 3.Levinas E. De Dieu qui vient à l’idée. Paris: Vrin, 1982:p 225.
  • 4.Burms A. Euthanasie en sacraliteit. Ethische perspectieven 2008;18:173-5.
  • 5.Uitvoerig beargumenteerd in Anckaert L. The secret of Abraham and its repetition. In: De Tavernier J, et al. (eds). Responsibility, god and society. Leuven: Peeters, 2008:25-48.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen