De Nederlandse arts-onderzoeker Miquel Bulnes debuteerde enkele jaren geleden met de bij vlagen komische debuutroman Zorg! Nu ligt zijn tweede roman in de boekhandel: Lab. ‘EISPRONGDAG!!!’ Dit soort sms-berichten stuurt Charlotte aan haar vriend Jidde Hartman die werkt aan een promotieonderzoek over tumorgenetica. Haar zwangerschapsobsessie is slechts één van Jiddes zorgen. Het onderzoek vordert namelijk nauwelijks, het onderzoeksprotocol is – zo blijkt – niet goedgekeurd door de ethische commissie, de dierproeven mislukken keer op keer, en tussenresultaten blijven alsmaar uit. Wat te doen? Jidde – een humoristisch en soms cynisch beschouwer van het eigen handelen – relativeert weliswaar alles, maar kiest ervoor vooralsnog de routine van het wetenschapsbedrijf te volgen. Dus bezoekt hij onbekommerd buitenlandse congressen waar hij, net als iedereen, wollige spreekbeurten houdt over nietszeggende resultaten of vage posters ophangt. Ook speelt hij – aanvankelijk zonder het goed te beseffen – een rol in de stammenstrijd binnen de universitaire wereld. Daar heeft iedereen maar één doel: de eigen carrière. De hiërarchie binnen het wetenschapsbedrijf wordt bevochten in een strijd op leven en dood, een kwestie van eten of gegeten worden. Treffend noemt Bulnes de promotor van Jidde ‘de hoogste schakel in de voedselketen’. Zijn promotor koppelt Jidde aan een andere assistent, en er komt schot in het onderzoek. Echter, een artikel in een derderangs wetenschappelijk blad wordt via een ingezonden brief als frauduleus gekenmerkt. Originele labjournaals verdwijnen, een falsificatie met andere data duikt op, maar dan worden de originelen teruggevonden. Een klacht wegens wetenschappelijke laakbaarheid dient zich aan, een onderzoekscommissie ingesteld, kongsies gemaakt en gebroken, en ondertussen is Jiddes privé-leven ook een puinhoop, met een bijbelvaste aanstaande schoonvader, een steeds nukkiger Charlotte en een studente theaterwetenschappen die een HIV-positieve minnares blijkt te zijn… Ontegenzeglijk kent Bulnes de onderzoekswereld. En deze tweede roman is goed voor enkele luide schaterbuien, met soms harde humor (‘Op een aids-patiënt groeit bijna alles: bacteriën, virussen, schimmels, parasieten – je kunt er nog net geen maïs op verbouwen’) maar ook tjokvol fijnzinnig-ironische pastiches op het fenomeen wetenschap. Publicatiedrift, carrière maken, de relatieve waarde van het (noodzakelijk) promoveren, congresbezoeken, onderlinge haat-en-nijd, dierproeven, subsidies-najagen, epidemiologie, alternatieve geneeswijzen en de waarde van kennis: alles zit in deze volwassen, dolkomische en goed gedoseerde roman. Verplichte kost voor alle dienaren der wetenschap, met of zonder grootse plannen. Frans Meulenberg
Reacties
Er zijn nog geen reacties.