Goed instellen van antihypertensiva blijft lastig. Het is de kunst een effectieve strategie te vinden die leidt tot de gewenste verlaging van de bloeddruk zonder al te veel bijwerkingen. Combinatiepreparaten van laaggedoseerde antihypertensiva zijn een stap in de goede richting, zo blijkt uit een onlangs verschenen systematisch literatuuronderzoek en meta-analyse. De auteurs bekeken of combinatiepreparaten leidden tot betere bloeddrukregulatie en minder bijwerkingen dan gebruik van placebo en ophogen van de monotherapie.
In het onderzoek werden > 20.000 patiënten meegenomen, met een gemiddelde leeftijd van 54 jaar en een gemiddelde bloeddruk van 155/100 mmHg. De auteurs keken naar combinaties van kwartdoseringen van bètablokkers, calciumkanaalblokkers, ACE-remmers, angiotensinereceptorblokkers en hydrochloorthiazide. Een toename van het aantal gecombineerde kwartgedoseerde antihypertensiva leidde tot een steeds verdere bloeddrukdaling ten opzichte van placebo, namelijk -4,7/-2,4; -6,7/-4,4 en -22,4/-13,1 mmHg voor respectievelijk enkele, dubbele en viertalmiddelen. In geen van de groepen die een kwartdosering kreeg, was er een toename aan bijwerkingen ten opzichte van placebo. Vergeleken met de standaarddosering monotherapie geeft één kwartgedoseerd antihypertensivum minder bloeddrukverlagend effect (+2,6 tot +3,7 mmHg), maar ook een lager risico op bijwerkingen (risk ratio 0,87; 95%-BI 0,77 tot 0,98). Een tweetal kwartgedoseerde antihypertensiva geeft dezelfde bloeddrukdaling als standaard monotherapie, met minder bijwerkingen (risk ratio 0,66; 95%-BI 0,53 tot 0,82). Het betreft hier zowel ervaren bijwerkingen als biochemische bijwerkingen, zoals hypokaliëmie en hyperurikemie. Een viertal kwartgedoseerde antihypertensiva gaf een statistisch significante daling van de bloeddruk ten opzichte van standaard monotherapie (-13,1/-7,9 mmHg, één onderzoek). Gegevens over bijwerkingen ontbreken echter.
De betekenis voor de dagelijkse praktijk is dat de aanbevelingen uit de NHG-Standaard CVRM nogmaals worden bekrachtigd: het is beter om een tweede middel toe te voegen dan om het reeds gebruikte middel verder op te hogen als de streefwaarden bij een lage dosering met één middel niet worden bereikt. Daarnaast laat dit onderzoek zien dat combinaties van lager gedoseerde middelen een sterke vermindering van bijwerkingen geven ten opzichte van één normaal gedoseerd antihypertensivum, terwijl de bloeddrukverlagende werking gelijk is. Dit is vooral van belang voor patiënten bij wie de bloeddruk goed gereguleerd is, maar die veel bijwerkingen van één middel ervaren. Gewapend met deze kennis kan de huisarts optimale bloeddrukwaarden nastreven met een zo gunstig mogelijk bijwerkingenprofiel.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.