Parttime werken is gemeengoed geworden. Ook in de huisartsgeneeskunde. Het gevolg kan zijn dat een patiënt er niet altijd op kan rekenen, dat hij of zij de eigen huisarts treft. Dit speelt vooral in groepspraktijken.
Huisartsen in groepspraktijken vaak deeltijders
Vrouwen werken vaker parttime dan mannen. Dat is ook zo binnen de huisartsgeneeskunde, maar verschilt naar praktijkvorm (figuur 1). In solopraktijken werkt bijna iedereen fulltime: 96% van de mannen en 80% van de vrouwelijke huisartsen. De deeltijdwerkende mannelijke solisten werken gemiddeld 0,72 fte en de vrouwen 0,70 fte. In duo- en groepspraktijken is het aantal fulltimers lager: tweederde van de mannelijke en 15% van de vrouwelijke huisartsen. Bovendien is het aantal fte dat de parttimers werken gemiddeld lager dan bij solisten: 0,69 fte voor de mannen en 0,64 fte voor de vrouwen.
Gevolgen voor beschikbaarheid
Voltijds werkende huisartsen zijn in principe altijd aanwezig tijdens kantooruren. Maar door gemiddeld 6 weken vakantie en een week bij- en nascholing, zijn ook de voltijders in werkelijkheid maar gedurende 87% van de tijd gedurende kantooruren beschikbaar. Een patiënt van een solo werkende mannelijke huisarts die op een bepaald dagdeel een afspraak wil maken met zijn huisarts, heeft een kans van 85% dat deze er dan ook is. Deze kans is voor een patiënt van een solo werkende vrouwelijke huisarts 81%. Zo zijn ook de kansen te berekenen voor patiënten van duo- en groepspraktijken (figuur 2).
Conclusie
Patiënten zullen zich niet altijd afvragen hoe vaak huisartsen aanwezig zijn als zij zich inschrijven bij een praktijk of huisarts. In solopraktijken zijn de huisartsen het vaakst aanwezig op doordeweekse dagen. De kans dat een vrouwelijke huisarts aanwezig is op een bepaald dagdeel, is in een duo- of groepspraktijk ongeveer 54% en voor de mannelijke collega’s 75%. De vraag is uiteraard hoe erg het is dat de huisarts niet gedurende de hele week aanwezig is. Veel patiënten weten wanneer de eigen huisarts aanwezig is. Wil een patiënt een afspraak met de eigen huisarts, dan zal hij hier mogelijk wat meer moeite voor moeten doen of een dag(deel) moeten wachten.
Gegevens zijn afkomstig uit de huisartsenregistratie die het NIVEL sinds 1970 bijhoudt in opdracht van het Ministerie van VWS. Deze registratie bevat o.a. gegevens over vestiging, leeftijd en geslacht van alle in Nederland werkzame huisartsen. Voor de berekeningen en meer informatie zie www.NIVEL.nl/beroepenindezorg. Dit onderzoek maakt deel uit van het jubileumonderzoek over continuïteit in de huisartsgeneeskunde ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Nederlands Huisartsen Genootschap.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.