Praktijk

Dementie

Gepubliceerd
11 januari 2011

We fantaseren op de praktijk weleens over hoe wij zelf oud en dement zullen wezen. We kunnen kiezen uit hoe het allemaal kan, want we zien veel verschillende dementen. Er zijn droeve, schrijnende, aandoenlijke of grappige dementen. En genoeglijke, tevreden, onschuldige en verbaasde. Angstig overdonderd door al het onbekende, dat kan ook. Lang geleden zag ik vier oudere zussen in hun ondergoed op de bank zitten, eentje was dement, alle vier gierend van de lach. De demente zus wist niet meer hoe een jurk aan moest. Haar drie zussen losten dat op door allemaal hun jurk uit te trekken. Ze hadden pret, al kon demente zus de grap niet meer zo volgen. Zo zouden we wel willen wezen, als we drie zussen hadden. Nare tirannen zie je ook ontstaan. We denken weleens dat die tiran er altijd al in zat en er nu uitkomt omdat de sociale remvoering versleten is. Zachtaardige mensen worden superlief, of het worden krengen als dat zachtaardige altijd al gespeeld was. We hopen dan maar dat dit zo werkt. We durven niet te denken aan een dementie die een naar mens van je maakt. Liever zien we dat goede eigenschappen extremer worden omdat de remmen stuk zijn. Slechte ook. Over mezelf fantaseer ik dat ik op een terras zit, in de Havenkom. De ongelezen Elsevier voor me, gebakken visje en een glaasje. Iedereen groet me. Ik zwaai terug, maar heb geen idee naar wie. Ik ben een beetje viezig dan met vlekken op mijn hemd. En als ik ga zwerven, dan is er altijd wel iemand die me thuisbrengt. Zo zou ik best wel dement willen wezen. Als ik kon kiezen. Nico van Duijn

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen