Samenvatting
De kern
-
Bij elk kind met oedeem aan de ogen dienen huisartsen een gerichte anamnese af te nemen.
-
Bij ieder kind met oedeem moeten huisartsen laagdrempelig urineonderzoek op eiwit (de dipstick-methode) verrichten.
-
De aanwezigheid van atopie differentieert niet tussen allergie en het nefrotisch syndroom.
-
Het nefrotisch syndroom kan gepaard gaan met ernstige complicaties. Daarom is het van belang het syndroom snel op te sporen en vervolgens met behandeling te starten.
-
Meer informatie over het nefrotisch syndroom is te vinden in de NHG-huisartsenbrochure Nefrotisch syndroom.
Inleiding
Casus A
Nierfunctie | Albumine (g/l) n > 35 | Cholesterol(mmol/l) n = 3,0 tot 5,7 | Totaal eiwit in urine (g/l) n < 0,15 | ECR (g/10 mmol) n < 0,56 | |
---|---|---|---|---|---|
Casus A | Normaal | 17 | 13,3 | 3,3 | 7,2 |
Casus B | Normaal | 10 | NV | > 10 | NV |
Casus C | Normaal | 8 | 8,5 | 3,8 | 23,5 |
Casus D | Normaal | 11,7 | 2-10 | 17,7 |
Nefrotisch syndroom | Prednison60 mg/m² dagelijks | Prednison 40 mg/m² om de dag |
---|---|---|
Eerste episode | 6 weken | 6 weken |
Recidief | Tot 3 dagen in remissie | 6 weken |
Casus B
Casus C
Casus D
Beschouwing
Interpretatie
Onderdeel | Wat te vragen/doen? | Voorbeeld | Reden |
---|---|---|---|
Anamnese | Beloop van de klachten in de tijd | Snel aankomen in gewicht, knellen van kleding | Aanwijzing voor allergische reactie of nefrotisch syndroom |
Aard, lokalisatie en duur van oedeem | Gelaat, buik, enkels, scrotum/labia | Onderscheid lokaal en gegeneraliseerd oedeem | |
Allergieën | Hooikoorts, voedsel, insectenbeten | ||
Aspect urine/urineproductie | Hematurie, oligurie | ||
Familieanamnese | Nierziekten, auto-immuunziekten, atopie | ||
Lichamelijk onderzoek | Inspectie oedemen | Gelaat, buik, enkels, scrotum/labia | Onderscheid lokaal en gegeneraliseerd oedeem |
Auscultatie hart en longen | Decompensatio cordis, longoedeem, pleuravocht | ||
Beoordeling perifere circulatie | Koude acra | Aanwijzing intravasculaire ondervulling | |
Beoordeling huidafwijkingen | Roodheid, warmte, petechiën | Oedeem door ontsteking of infectie |
Commentaar
Bespiegeling
Conclusie
Literatuur
- 1.↲El Bakkali L, Rodrigues Pereira R, Kuik DJ, Ket JC, Van Wijk JA. Nephrotic syndrome in the Netherlands: a population-based cohort study and a review of the literature. Pediatr Nephrol 2011;26:1241-6.
- 2.↲Nierpatiënten Vereniging Nederland. Zorgstandaard Nefrotisch Syndroom. Bussum: Nierpatiënten Vereniging Nederland, 2013.
- 3.↲↲Huisartsenbrochure Nefrotisch syndroom. Soest: Stichting NephcEurope, de Nierpatiënten Vereniging Nederland, de Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties/ Utrecht: Nederlands Huisartsen Genootschap, 2012.
- 4.↲Chesney RW. The idiopathic nephrotic syndrome. Curr Opin Pediatr 1999;11:158-61.
- 5.↲Hinkes BG, Mucha B, Vlangos CN, Gbadegesin R, Liu J, Hasselbacher K, et al. Nephrotic syndrome in the first year of life: two thirds of cases are caused by mutations in 4 genes (NPHS1, NPHS2, WT1, and LAMB2). Pediatrics 2007;119:907-19.
- 6.↲Nephrotic syndrome in children: prediction of histopathology from clinical and laboratory characteristics at time of diagnosis. A report of the International Study of Kidney Disease in Children. Kidney Int 1978;13:159-65.
- 7.↲Churg J, Habib R, White RH. Pathology of the nephrotic syndrome in children: a report for the International Study of Kidney Disease in Children. Lancet 1970;760:1299-302.
- 8.KDIGO. Clinical Practice Guideline for Glomerulonephritis. Kidney international 2012;2(Supplement 2):139-274.
- 9.Hodson EM, Willis NS, Craig JC. Interventions for idiopathic steroid-resistant nephrotic syndrome in children. Cochrane Database Syst Rev 2010;11:CD003594.
- 10.↲Gipson DS, Massengill SF, Yao L, Nagaraj S, Smoyer WE, Mahan JD, et al. Management of childhood onset nephrotic syndrome. Pediatrics 2009;124:747-57.
- 11.↲Teeninga N, Kist-van Holthe JE, Van Rijswijk N, De Mos NI, Hop WC, Wetzels JF, et al. Extending prednisolone treatment does not reduce relapses in childhood nephrotic syndrome. J Am Soc Nephrol 2013;24:149-59.
- 12.↲Citak A, Emre S, Sairin A, Bilge I, Nayir A. Hemostatic problems and thromboembolic complications in nephrotic children. Pediatr Nephrol 2000;14:138-42.
- 13.↲Sagripanti A, Barsotti G. Hypercoagulability, intraglomerular coagulation, and thromboembolism in nephrotic syndrome. Nephron 1995;70:271-81.
- 14.↲Eddy AA, Symons JM. Nephrotic syndrome in childhood. Lancet 2003;362:629-39.
- 15.↲Krishnamurthy A, Naguwa SM, Gershwin ME. Pediatric angioedema. Clin Rev Allergy Immunol 2008;34:250-9.
- 16.↲Meadow SR, Sarsfield JK. Steroid-responsive and nephrotic syndrome and allergy: clinical studies. Arch Dis Child 1981;56:509-16.
- 17.↲Yap HK, Yip WC, Lee BW, Ho TF, Teo J, Aw SE, et al. The incidence of atopy in steroid-responsive nephrotic syndrome: clinical and immunological parameters. Ann Allergy 1983;51:590-4.
- 18.↲Abdel-Hafez M, Shimada M, Lee PY, Johnson RJ, Garin EH. Idiopathic nephrotic syndrome and atopy: is there a common link? Am J Kidney Dis 2009;54:945-53.
- 19.↲Thomasse Y, Van Unen H, Van Collenburg JJ, Van Elburg RM. Een kind met zwelling van de oogleden en het gelaat: niet altijd allergie. Ned Tijdschr Geneeskd 1999;143:1761-3.
- 20.↲Gipson DS, Massengill SF, Yao L, Nagaraj S, Smoyer WE, Mahan JD, et al. Management of childhood onset nephrotic syndrome. Pediatrics 2009;124:747-57.
- 21.↲Van der Heijden AJ, Van Wijk JAE (red.). Werkboek Kindernefrologie. 2e druk. Amsterdam: VU University Press, 2010.
- 22.Ehrich JH, Brodehl J. Long versus standard prednisone therapy for initial treatment of idiopathic nephrotic syndrome in children. Arbeitsgemeinschaft fur Padiatrische Nephrologie. Eur J Pediatr 1993;152:357-61.
- 23.↲De Vries T, Bakker A, Duijvestijn Y, Weel J, Wolthuis A. Laboratoriumdiagnostiek bij kinderen. 1e druk. Houten: Prelum, 2015.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.