Nog steeds zal iedere co-assistent zich min of meer herkennen in de verwondering en soms zelfs verbijstering die Alexander van Es (pseudoniem voor Ignace Schretlen) ervoer toen hij tientallen jaren geleden aan zijn co-schappen begon. Hoewel mijn co-schappen alweer vier jaar achter me liggen, ben ik het helemaal met hem eens dat het een zeer enerverende tijd is, waarin je ook persoonlijk gevormd wordt. Niet alleen de confrontatie met ernstig zieke of zelfs dode patiënten, maar ook de achteloosheid die specialisten ten toon kunnen spreiden wekte soms mijn ontsteltenis. Ik raakte er niet over uitgepraat en ik kan me goed voorstellen dat het bijhouden van een dagboek helpt bij het verwerken van alle indrukken. De schrijfstijl is niet van een uitzonderlijke kwaliteit, maar dat maakt het boek ook wel ongedwongen en levendig. Schretlen weet de absurditeit van sommige situaties bondig te schetsen. De toevoeging van de ingezonden brieven die zijn geschreven naar aanleiding van de publicatie in het feuilleton van Medisch Contact, geeft zeker een meerwaarde aan deze zesde druk. Blijkbaar konden veel artsen niet geloven dat dit de eerste indruk is die mensen van hen krijgen. De emotionele lading van de brieven laat zien dat artsen eind jaren zeventig nog helemaal niet gewend waren aan kritiek van buitenaf. Het merendeel herkende zich totaal niet in deze beschrijvingen, maar wilde toch graag reageren. Als je dit vak wilt volhouden is het misschien zinvol om een zekere afstand te bewaren. Die afstand kan op een co-assistent overkomen als onverschilligheid. Het blijft in ieder geval moeilijk de balans te vinden tussen meevoelen en meelijden. Al met al een interessant en makkelijk leesbaar boekje, dat 25 jaar na dato nog steeds actueel is!
Reacties
Er zijn nog geen reacties.