Nieuws

Dokteren omstreeks 1900

Gepubliceerd
10 maart 2001

Dit proefschrift over het ‘beroepsjournaal’ van de huisarts dr. J.F.Ph. Hers (1854-1915) is geschreven door een historicus, woonachtig in de regio Oud-Beijerland. Hers schreef vrijwel iedere dag in zijn dagboek en dat werd een verzameling van 27 volgeschreven, dikke cahiers. De nauwkeurige analyse van dit dagboek leverde een buitengewoon boeiend boek op, niet alleen voor artsen, dunkt mij, maar ook voor mensen uit de regio, want Perneel heeft ook veel achtergrondgegevens verzameld, waardoor de tijd waarin Hers werkte weer levend wordt. Het boek is overzichtelijk ingedeeld. Na een korte biografie van Hers – afkomstig uit een typische artsenfamilie – worden de dagboeken beschreven. Twee hoofdstukken – ‘De geneeskunde rond de eeuwwisseling’ en ‘Dokter in een dorp’ – worden gevolgd door een uitvoerige bespreking van de morbiditeit die in de dagboeken aan bod komt. Longtuberculose stond in frequentie bovenaan. Hers schreef niet alles op wat hij in zijn praktijk beleefde, maar beperkte zich tot de voor hem interessante gevallen. Dat waren er veel, maar een duidelijk criterium voor wat wel en wat niet genoteerd werd, was kennelijk niet te geven. In aparte hoofdstukken komen ter sprake: de diagnose, de therapie, de verloskundige praktijk, chirurg in een dorp en het instrumentarium. De dood van een patiënt – vooral van een kind – was voor Hers een veel voorkomende gebeurtenis. Ter oriëntatie: de zuigelingensterfte bedroeg 155,2 per 1000 in 1900, tegen momenteel 5,0. In het gezin van Hers, vijf kinderen, stierven er drie binnen het jaar. Maar Hers schrijft vrijwel niets over privézaken. Vooral interessant is het hoofdstuk over de sociaal-medische activiteiten in de regio, want de dokter was actief op vele gebieden. Hij was vóór zijn vestiging gepromoveerd, publiceerde in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde – vooral casuïstiek – was actief binnen de Maatschappij van Geneeskunst en deed veel aan nascholing. Bovendien speelde hij langdurig vele bestuurlijke rollen in zijn woonplaats. Daarbij moet de tegenwoordige lezer zich realiseren dat alles in de praktijk te voet ging, want modern was Oud-Bijerland in die tijd niet. Enkele kwantitatieve gegevens zouden mij interesseren. Hoeveel patiëntcontacten had Hers per dag, hoe groot was de consult-visiteratio. Dat blijft onduidelijk. De praktijkgrootte moet ongeveer 3000 mensen zijn geweest, want hij deed honderd bevallingen per jaar. Hers was vooral geïnteresseerd in de kwalitatieve menselijke aspecten van zijn vak, vandaar de vele casuïstiek. De vraag is natuurlijk waarom Hers dit alles opschreef. Misschien wel voor ons, de tegenwoordige lezers. Maar ook voor zichzelf, want bij zijn 25-jarig artsenjubileum leest hij alles nog eens door en geeft hij hier en daar commentaar. Perneel maakt weinig medische fouten, maar het is niet duidelijk waarom hij de ene medische term uitlegt en de andere niet. Een huisarts in de promotiecommissie had kunnen voorkomen dat de ziekte anthrax als identiek wordt beschouwd met een carbunculus nuchae. Het boek is prachtig uitgegeven, met mooie foto's.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen