We zijn nog niet bekomen van EBM, en leren langzamerhand hoe wij daarmee op een gezonde manier moeten omgaan, of er dient zich een nieuwe afkorting aan: shared decision making (SDM). Iedere huisarts zal eraan moeten geloven.
Uit een recent onderzoek naar SDM bij huisartsconsulten van Sanders et al. bleek dat getrainde huisartsen – vrij vertaald – meer SDM-gedrag lieten zien dan ongetrainde huisartsen maar het verschil was niet significant.
12 Hun consulten duurden een paar minuten langer, maar zij besteedden minder tijd aan lichamelijk onderzoek. Uiteindelijk grepen de artsen toch vaak terug op een paternalistische aanpak, richtlijngeoriënteerd.
Deze uitkomst is niet verwonderlijk! Als huisarts hebben wij vooral te maken met kleine kwalen die meestal vanzelf overgaan en met chronische aandoeningen, inclusief bijbehorende protocollen.
In mijn consulten verhelder ik de hulpvraag en geef de patiënt antwoord, veelal is er ongerustheid of zijn er zorgen. Met andere woorden: er is helemaal niet zoveel om over te beslissen en al helemaal niet gezamenlijk. Antwoord geven op de vraag van de patiënt en zo nodig effectief geruststellen staan centraal, een gedegen lichamelijk onderzoek draagt hier zeker aan bij.
De discussies in onze spreekkamer gaan vaak over zaken waarvan wij weten dat ze meestal niet helpen, maar de patiënt denkt van wel (zoal antibioticum bij een virale luchtweginfect). Dat heeft echter weinig met SDM te maken, het zou raar zijn dan alsnog te kiezen voor een zinloze behandelingsoptie. Hier ligt wel een grote communicatieve uitdaging.
In de tweede lijn liggen de zaken anders: daar is een probleem met een vraag. Dat kan op verschillende manieren worden opgelost, alle met voor- en nadelen. Denk aan wel of niet opereren, wel of geen chemo. SDM heeft in deze gevallen een duidelijke meerwaarde.
Laten we als huisartsen vooral niet doorschieten en gewoon blijven doen waar wij goed in zijn. Het SDM-concept heeft vooral meerwaarde bij belangrijke en ingrijpende keuzes met reële (behandelings)alternatieven. Als afwachten en niets doen de beste opties zijn, moet de huisarts de patiënt ook geen schijnkeuze geven. Dat is geen paternalisme, maar Good Old Huisartsgeneeskunde (GOH)!
Ralph Laven, huisarts in Beek (L)