Praktijk

Ecg-casus 'Aanvallen van hartkloppingen' - Antwoord

Gepubliceerd
1 mei 2019
Ecg Hartkloppingen 2
© Guusje Bertholet

Antwoorden

1. Beschrijving volgens ECG-10+

  1. Frequentie & regelmaat | Tachycardie 120/min, regelmatig.
  2. As | Normaal. Microvoltages (maar positief QRS) in I, duidelijk positieve QRS-complexen in II, III en avF. Meest iso-elektrische afleiding is avL. De hartas wijst dus omlaag, een beetje naar links (verticale as; 75o). Dit is net binnen normale grenzen.
  3. P-top | De P-top is nergens te breed of te hoog. Wel is de P-top negatief in II, III en avF. De atriale activatie gaat dus van onder naar boven. De P-top is even positief in avL als in avR. De atriale activatie is dus ectopisch en ontstaat laag in het boezemseptum.
  4. PQ-tijd | Normaal. 4,5 mm (= 0,22 sec).
  5. Q | Normaal. Geen pathologische Q’s.
  6. QRS | Normaal. Normale R-progressie, hoogte en breedte.
  7. ST-segment | Normaal. Geen elevaties of depressies.
  8. T-top | De T-toppen zijn omgekeerd in II, III en avF (T-inversie).
  9. QT-tijd | Normaal. 8 mm (< 0,32 sec). Bij een tachycardie is het R-R-interval zo kort dat de QT-tijd meer dan de helft van de cyclusduur mag beslaan.
  10. Ritme | Frequentie 120/min. Regelmatige P-toppen, steeds gevolgd door QRS-complexen. P-toppen negatief in II, III en avF. Alles past bij ectopische activatie van de boezems. Gezien de frequentie is dit een atriale tachycardie. Differentieel diagnostisch kan dan nog gedacht worden aan een AVNRT en een smalcomplex-CMT.

+. Conclusie | Pathologisch ecg. Atriale tachycardie (AT).

2. Diagnose en beleid

Patiënt wordt verwezen naar de cardioloog die inderdaad de diagnose atriale tachycardie (AT) stelt. Hij ondergaat enkele weken later een ablatie in het gebied waar de atriale tachycardie ontspringt. Hij is daarna klachtenvrij.

De ecg-casus 'Aanvallen van hartkloppingen' vindt u hier.

Reacties (2)

Annemarie Vrieler 15 mei 2019

Ik zie in afleiding 2 (de ritmestrook) toch niet altijd een p voor een qrs complex zoals in puntje 10 wel beschreven wordt.

Karen Konings 27 mei 2019

In afleiding III en avF zijn de P-toppen beter te zien. Doordat de atriale impuls niet uit de sinusknoop komt is het voltage in afleiding II lager.

Groet, Karen Konings

Verder lezen