Casus
Patiënt: Een 59-jarige man meldt zich op de huisartsenpost.
Voorgeschiedenis: Hypertensie, 3 jaar geleden een voorwandinfarct behandeld met stentplaatsing in de LAD in de acute fase en verder met secundair preventieve medicatie.
Medicatie: Lisinopril/hydrochloorthiazide 1 dd 10/12,5 mg, metoprolol MGA 1 dd 100 mg, simvastatine 1 dd 40 mg, carbasalaat calcium ‘cardio’ 1 dd 100 mg.
Anamnese: Patiënt heeft nu 15 uur pijn in de rechterschouder en -arm. Er is geen dyspneu en geen oedeem. De pijn lijkt niet op de pijn die hij drie jaar geleden bij zijn infarct doormaakte (die pijn zat links op de borst en in de hals). De pijn in de rechterschouder en -arm is vooral brandend/schrijnend van aard en continu aanwezig. Hij kan zich normaal inspannen, maar de pijn blijft daarbij onverminderd aanwezig.
Lichamelijk onderzoek: Bloeddruk 138/88 mmHg, pols 92/min, regulair. Saturatie 97%. Temperatuur 37,1 ° C. Geen vegetatieve verschijnselen. Hart: normale tonen, geen souffle. Longen: symmetrisch, vesiculair ademgeruis, zonder bijgeluiden. De schouder is actief en passief normaal beweeglijk zonder toe- of afname van de pijn daarbij. De pijn is met lokale druk in de schouder en in de arm niet te beïnvloeden. Er zijn bij lichamelijk onderzoek geen aanwijzingen voor een bursitis in schouder of elleboog, noch voor epicondylitis medialis of lateralis. Enkels: geen oedeem.
De huisarts denkt aan een brachialgie met een neurologische oorzaak, dan wel aan een recidief van ischemisch hartlijden. Hij maakt een ecg en bepaalt het high-sensitive troponine T.
Literatuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.