H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
De incidentie van astma bij kinderen ligt tussen de 4,4 en 11,1 nieuwe gevallen per 1000 kinderen per jaar. Deze diagnoses worden vaak gesteld op basis van de anamnese en het lichamelijk onderzoek. Internationale richtlijnen bevelen spirometrie aan bij kinderen ouder dan 6 jaar. Dit gebeurt in lang niet alle gevallen. Nieuw onderzoek laat zien dat in Nederland slechts 23,2% van de astmadiagnoses bij kinderen door spirometrie bevestigd is.
Looijmans et al. hebben met een retrospectieve analyse alle kinderen van 6-18 jaar in een viertal academische huisartsenpraktijken in Utrecht geïdentificeerd die de diagnose astma hadden of werden behandeld met astmamedicatie. Daarna werden de kinderen verdeeld over vier groepen. Kinderen met afwijkende spirometrie werden ingedeeld in de groep bevestigde astma. Kinderen met een suggestieve voorgeschiedenis, medicatiegebruik en die lichamelijk werden onderzocht werden ingedeeld in de groep waarschijnlijk astma. Kinderen zonder exacerbaties en met weinig tot geen medicatiegebruik werden ingedeeld in de groep onwaarschijnlijk astma en kinderen bij wie door een specialist de diagnose werd ontkracht kwamen in de groep geen astma.
Zo identificeerden de onderzoekers 652 kinderen die de diagnose astma hadden. Slechts bij 23,2% van de kinderen werd deze diagnose bevestigd door spirometrie. Vervolgens viel 53,5% van de kinderen in de groepen onwaarschijnlijk of geen astma.
Mogelijk ligt het aantal kinderen bij wie spirometrie werd verricht laag, omdat in Nederland hiervoor verwezen moet worden naar de tweede lijn. Hierdoor worden kosten voor diagnostiek bespaard, maar mogelijk worden veel diagnoses ten onrechte gesteld waardoor mogelijk weer nieuwe kosten ontstaan. Astma is vaak een werkhypothese, zeker bij jonge kinderen. Als deze diagnose later onterecht of onwaarschijnlijk blijkt, moeten wij ook alert zijn dat deze kinderen niet onnodig medicatie gebruiken of onnodig een contra-indicatie in hun dossier vermeld hebben.