Nieuws

Een time-out bij de huisarts na de diagnose kanker?

Gepubliceerd
11 oktober 2022
Uit een recent Utrechts onderzoek blijkt dat patiënten minder tevreden zijn en meer zorg gebruiken als zij een gestructureerde follow-up krijgen na een kankerdiagnose. In dit onderzoek kregen patiënten na de diagnose kanker een ‘Time-Out Consult’ (TOC) met de huisarts aangeboden en vervolgconsulten door een eerstelijns oncologieverpleegkundige. De acceptatie van de interventie door patiënten was weliswaar groot, maar de tevredenheid viel tegen.
2 reacties

Om het effect van een gestructureerde eerstelijns follow-up na een kankerdiagnose te beoordelen, voerden Utrechtse onderzoekers een multicentrisch gerandomiseerd onderzoek uit met patiënten die curatief werden behandeld voor borst-, long-, colorectale en gynaecologische kanker of een melanoom. 

TOC 

Patiënten in de interventiegroep kregen een TOC met de huisarts aangeboden na de diagnose, en een daaropvolgende follow-up tijdens en na de behandeling door een oncologieverpleegkundige van de thuiszorg. Patiënten in de controlegroep kregen alleen de gebruikelijke (oncologische) zorg. 

Primaire uitkomstmaten waren de tevredenheid van patiënten over de zorg en het zorggebruik gedurende het jaar na inclusie.  

Deelnemers 

De onderzoekers includeerden 77 patiënten in de interventiegroep en 77 in de controlegroep. Van hen was 75% vrouw en 51% gediagnosticeerd met borstkanker. De gemiddelde leeftijd was 61 (SD ± 11,9) jaar.

Van de deelnemers in de interventiegroep had 81% een TOC en had 68% contact met een oncologieverpleegkundige van de thuiszorg. De tevredenheid over de zorg was hoog (8, gemeten op een schaal van 10) in beide groepen. Drie maanden na de behandeling was de tevredenheid over de huisarts in de interventiegroep significant lager. Deze uitkomst werd gemeten op 3 van de 6 subschalen (0-100): op het gebied van kwaliteit (-14,2; 95%-BI -27,0 tot 1,3), beschikbaarheid (-5,9; 95%-BI -29,1 tot -2,6) en informatievoorziening (-15,2; 95%-BI- 29,1 tot -1,4). Patiënten in de interventiegroep bezochten vaker de huisartsenpraktijk en de spoedeisende hulp. Het relatieve risico (RR) was respectievelijk 1,3 (95%-BI 1,0 tot 1,7) en 1,70 (95%-BI 1,0 tot 2,8). 

Patiënttevredenheid 

De onderzoekers concluderen dat de meeste patiënten gemotiveerd zijn om de huisarts bij het traject te betrekken nadat zij de diagnose kanker kregen. Helaas leidde de interventie niet tot een verbeterde patiënttevredenheid. Een mogelijke verklaring is dat patiënten verwachten dat hun huisarts na een TOC persoonlijk betrokken is, in plaats van de zorg te delegeren aan de oncologieverpleegkundige van de thuiszorg. Misschien moeten we deze zorg zelf op ons nemen. 

Literatuur

  • Perfors IAA, et al. Effects of structured involvement of the primary care team versus standard care after a cancer diagnosis on patient satisfaction and healthcare use: the GRIP randomised controlled trial. BMC Prim Care 2022;23:145.

Reacties (2)

Roel van Kuppevelt 19 oktober 2022

Ik denk dat de interventie vooral gericht moet zijn op het goed bespreken van de verwachtingen die de patient heeft bij het ingaan van het diagnostisch/therapeutisch proces. Geef de patient ook een eigen verantwoordelijkheid daarin (bijvoorbeeld  dat die een berichtje stuurt bij belangrijke besluitvormingen of behandelingen of vragen) Verder helpt het tonen van belangstelling bij belangrijke fasen in de behandeling waarmee je toont betrokken te zijn en op de hoogte van de situatie. Dit kan zonder veel tijdinvestering bij de verwerking van de post dmv een belletje naar de patient. (wat altijd zeer gewaardeerd wordt) Naar mijn ervaring is dit ook een heel goede basis voor de verdere nazorg (genezing danwel terminale zorg). Het is een investering in de relatie. Hierdoor kan ook gesignaleerd worden als er meer zorg (oncologievpk, of psychologische zorg) gewenst/noodzakelijk is. Met minimale tijdsinvestering wordt continuiteit en kwaliteit geboden

 

Christian van Rij 16 oktober 2022

Ik lees dat in de huisarts in de interventie-tak meer is gaan doen dan gebruikelijk en dat daarna de patenttevredenheid daalt. Collega Buis schrijft daarop dat we daarom misschien nog meer naar ons toe moeten trekken. Een bijzondere idee, zeker in de huidige drukte waarin we al regelmatig niet aan verwachtingen voldoen. Volgens mij is het bijzondere resultaat van dit onderzoek  dat we juist moeten oppassen met het idee dat extra contactmomenten de patiënttevredenheid automatisch verhoogd. 

Verder lezen