Nieuws

Eerste bevolkingsonderzoek diabetes

Gepubliceerd
10 juni 2006

Het opsporen van diabetes ging bijna tegelijkertijd van start met de officiële huisartsgeneeskunde. In 1958 publiceerden Mulder en Van de Weg, huisartsen in Noordwijk en Nieuw-Vennep, in H&W de resultaten van een van de eerste bevolkingsonderzoeken op diabetes. Het screeningsonderzoek vond plaats samen met het bevolkingsonderzoek op tuberculose. ‘Door de huisbezoekers van het schermbeeldonderzoek werd tevens propaganda gemaakt voor het diabetesonderzoek. Iedereen werd aangeraden aan het onderzoek deel te nemen. Op de oproepkaart die iedere deelnemer werd toegezonden, stond nog vermeld: “Denkt u om het flesje!”’ Handige bloedsuikermeters bestonden nog niet en dus toog iedereen met urinefles naar het onderzoek, waarna assistentes een stickje in het flesje hingen. Dat stickje was revolutionair omdat een glucosebepaling meestal met de Fehlingreactie werd gedaan. Bij een positieve test onderzocht de eigen huisarts vier verschillende porties urine. Waren die positief dan werd er ‘onderzoek met de polarimeter of Burmann’s reagens gevraagd’. En zo werkte men zich stapsgewijs door alle destijds bekende diagnostica heen. Van de 14.225 Noordwijkse inwoners leverden er maar liefst 9964 een eerste portie urine in: 3,5% had een positieve clinistix, en uiteindelijk bleken er 41 diabetes te hebben. In de Haarlemmermeer hadden 645 van de ongeveer 14.000 deelnemers een positieve urine en hadden er 32 diabetes. Gezien ons huidige meetgeweld en cijferfetisme doet de indeling in ernst bijna weldadig simplistisch aan: op basis van een enkele GGT maakte men een indeling in lichte, matige of flinke diabetes (tabel). Het levert allemaal toch niet zo heel veel nieuwe diabeten op: 0,28% van de deelnemers, maar veel kost de opsporing volgens de auteurs ook niet: 10-15 cent per onderzochte urine. Als de huisartsen alle vervolgonderzoeken bij een positieve urine maar ‘zeer minutieus uitvoeren’ kan het allemaal best. De huisartsen moeten wel ‘hun volledige medewerking willen en kunnen geven’. Eigenlijk is er in vijftig jaar dus niet zo heel veel veranderd in alle overwegingen van huisartsen over preventie in de huisartsenpraktijk.

LeeftijdOvergewichtTotaal
20-40 jaar40-60 jaar>60 jaarWelGeen
- licht371061420
- matig554610
- flink473811
- licht3139716
- matig475611
- flink91113720

Joost Zaat

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen