Nieuws

Eerstelijnszorg voor patiënten met kanker

Gepubliceerd
1 september 2015
In de rubriek (Ver)Stand van zaken geeft de aiotho (arts-in-opleiding tot huisarts-onderzoeker) een korte samenvatting van de literatuur die heeft geleid tot de belangrijkste onderzoeksvraag, waarop hij/zij aan het promoveren is. De coördinatie van de rubriek is in handen van M.J. Scherptong-Engbers, LUMC Leiden, aiotho en redactielid H&W • Correspondentie: m.j.scherptong@gmail.com.

Praktijkvraag

Vanwege de vergrijzende populatie en nieuwe (verbeterde) behandelmethoden tegen kanker neemt het aantal (ex)patiënten met kanker toe. Daarnaast is kanker steeds vaker een chronische ziekte. Om de toenemende zorgvraag aan te kunnen, zal de zorg voor patiënten met kanker veranderen. Door deze ontwikkelingen lijkt er een grotere rol voor de eerste lijn weggelegd. Hoe moet deze eerstelijnszorg eruitzien en wat zijn de effecten van een dergelijke hervorming van zorg?

Huidig beleid

Na de diagnose kanker is er geen gestructureerde zorg vanuit de eerste lijn beschikbaar. De (na)zorg voor oncologische patiënten is zeer divers georganiseerd en verschilt van de eerstelijnszorg bij andere chronische ziekten, zoals diabetes en COPD. Doorgaans ligt zowel de behandeling als de (medische) zorg met name in het ziekenhuis. De huisarts wordt afwisselend geïnformeerd en/of betrokken bij de aanpassingen in het behandelbeleid en de medicatie. Veelal wordt de zorg voor oncologische patiënten pas weer overgedragen aan de huisarts wanneer de patiënt na het afronden van de behandeling tegen kanker weer voor (andere) klachten op het spreekuur komt, of wanneer de patiënt in een palliatieve of terminale behandelfase belandt.

Relevantie voor de huisarts

Een op de drie mensen in Nederland krijgt kanker. Het aantal patiënten met kanker neemt toe. Per normpraktijk zijn er per jaar gemiddeld 60 patiënten met kanker, onder wie 8 nieuwe. Deze patiënten vragen relatief veel zorg en ondersteuning.1
Naar verwachting zal het aantal patiënten met kanker dat na primaire behandeling nog een vorm van zorg ontvangt meer dan 60% toenemen in de periode 2010-2020. Onder andere de Gezondheidsraad, het Koningin Wilhelmina Fonds voor de Nederlandse Kankerbestrijding (KWF Kankerbestrijding), ziekenhuizen en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) pleiten voor hervorming van de huidige oncologische zorgketen, met daarin een grotere rol voor de eerste lijn na 2020. De effecten van een dergelijke structurering van zorg en de optimale vorm hiervoor zijn echter nog niet onderzocht.

Stand van zaken in de literatuur

De Gezondheidsraad pleit in een recent rapport Nacontrole in de oncologie voor een herschikking van de nazorg voor patiënten die in opzet curatief worden behandeld. De Gezondheidsraad is voorstander van een vaste positie van de huisarts in het zorgtraject. KWF Kankerbestrijding ondersteunt deze visie in het rapport Nazorg bij kanker: de rol van de eerste lijn en schrijft een grote rol toe aan de eerste lijn. Het advies is de medische zorg na de primaire behandeling voor rekening van de huisarts te laten komen en niet-medische zorg door een met de huisarts samenwerkende (praktijk)verpleegkundige of praktijkondersteuner te laten invullen. KWF Kankerbestrijding benadrukt verder dat continuïteit van zorg een belangrijk element is in de zorg voor patiënten met kanker.
Zowel het NHG als de patiëntenorganisatie Levenmetkanker pleit voor contact met de huisarts direct na de diagnose. Het NHG-Standpunt Oncologische zorg in de huisartsenpraktijk adviseert meer continuïteit en structurering in de zorg gedurende het gehele zorgproces, zodat nazorg beter gewaarborgd is. Het standpunt adviseert tevens contact met de huisarts voorafgaand aan belangrijke beslismomenten, om zo de gedeelde besluitvorming in het ziekenhuis te ondersteunen. Patiënten met kanker geven in een enquête, uitgevoerd door Levenmetkanker, eveneens aan dat er behoefte is aan contact met de huisarts voor begeleiding bij hun behandelkeuze.
In de huidige literatuur is er echter nog weinig bekend over de effecten van gestructureerde eerstelijnszorg direct na diagnose vanuit de huisartspraktijk voor in opzet curatief behandelde patiënten.2

Conclusie

Door een toenemend aantal (ex)patiënten met kanker zal de eerste lijn in de nabije toekomst een deel van de bijbehorende zorg gaan uitvoeren. Kennis over de effecten van een structurele eerstelijnszorg vanaf de diagnose ontbreekt.

Belangrijkste onderzoeksvraag

Wat zijn de effecten van gestructureerde zorg vanuit de eerste lijn, vanaf de diagnose, voor patiënten met kanker die in opzet curatief worden behandeld? Het GRIP-onderzoek wil deze vraag beantwoorden via een RCT – The effects of structured follow-up from primary care for patients during their cancer journey. Daartoe krijgen patiënten die in opzet curatief worden behandeld voor kanker – colorectaal, mamma-, long- en prostaatcarcinoom of een melanoom – direct na de diagnose gestructureerde eerstelijnszorg aangeboden.

Literatuur

  • 1.Korevaar J, Heins M, Donker G, Rijken M, Schellevis F. Oncologie in de huisartsenpraktijk. Huisarts Wet 2013:1;6-10.
  • 2.Aubin M, Giguère A, Martin M, Verreault R, Fitch MI, Kazanjian A, Carmichael PH. Interventions to improve continuity of care in the follow-up of patients with cancer. Cochrane Database Syst Rev 2012:11;7:CD007672.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen