Artsen verrichten in de praktijk vaak laagdrempelig hartauscultatie, maar het beoordelen van hartgeruis is een lastig onderdeel van de diagnostiek naar hartafwijkingen. Om een indruk te krijgen van hoe goed artsen hierin zijn, legden onderzoekers de opnamen van 40 hartgeluiden (met 21 souffles) voor aan 8 medisch studenten, 9 cardiologen en 17 huisartsen. Als referentie gebruikten zij het ausculatieoordeel van een vierkoppig expertpanel.
Cardiologen aan kop
De cardiologen deden het gemiddeld het best (84% juist), gevolgd door de huisartsen (81%) en de studenten (79%). Het geven van de juiste antwoorden was positief gecorreleerd met ervaring (> 5 jaar arts; oddsratio (OR) 2,4; 95%-BI 1,6 tot 3,6) en luidheid van de souffle (OR 2,2; 95%-BI 1,6 tot 3,0). Cardiologen waren beter dan studenten (OR 2,5; 95%-BI 1,5 tot 4,4), maar huisartsen en studenten verschilden niet van elkaar (OR 1,2; 95%-BI 0,8 tot 1,9).
Beperkte waarde
In dit onderzoek werden opnames van hartgeluiden beoordeeld, wat niet representatief is voor werkelijk ausculteren. En juist dat is lastig, vooral bij obese patiënten. De onderzoekers concluderen dat artsen redelijk goed zijn in het beoordelen van hartgeluiden en dat ‘ervaring met de jaren komt’, maar het is de vraag wat we aan deze conclusie hebben. Uit ander onderzoek blijkt namelijk dat de voorspellende waarde van hartgeruis in de diagnostiek van hartafwijkingen in de eerste lijn beperkt is (zie de gerelateerde content). Bovendien betrekken we in de praktijk ook andere klinische bevindingen en de context in onze diagnose.
Lees meer over het onderzoek Interrater and intrarater agreement on heart murmurs van S. Andersen, et al.
Literatuur
- Andersen S, et al. Interrater and intrarater agreement on heart murmurs. Scand J Prim Health Care 2022;40:491-7.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.