Huisartsen beperken zich bij het excideren van onschuldig lijkende gepigmenteerde plekjes vooral tot de romp en de extremiteiten. Dat gebeurt meer bij vrouwen dan bij mannen. Toch blijken die niet-verdachte plekjes nogal eens onverwacht een melanoom te bevatten.
In het onderzoek van Van Diest et al. werden melanoompreparaten geëxcideerd door huisartsen vergeleken met melanoompreparaten die door academische dermatologen waren geëxcideerd. De preparaten uit de huisartsenpraktijk bleken vooral melanomen van het nodulaire type te bevatten met een ingroei tot in het bovenste deel van de onderhuid (Clark level III). Een nodulair melanoom groeit dieper en heeft in het algemeen een slechtere prognose. Dit type melanoom werd door de huisartsen in het onderzoek vaak ingestuurd als zijnde naevi (47%) en fibromen (11,8%), met een nauwe en ondiepe marge. Het is jammer dat ze niet als zodanig door huisartsen werden herkend omdat verwijdering zelden radicaal was. Let wel: het gaat hier om een onderzoek dat plaatsvond vóór de introductie van de dermatoscoop (1995-2006), dat om onduidelijke redenen pas recent is gepubliceerd (juli 2011). Het was ook niet helder of de ‘plekjes’ werden verwijderd om cosmetische redenen of vanwege een niet-pluisgevoel. De vraag of de dermatoscoop verandering in de diagnostiek heeft gebracht blijft staan. Evenals het feit dat we vaak toch te ondiep en te voorzichtig ‘plekjes’ excideren. (Wilma Spinnewijn)
Literatuur
- 1.Van Diest PJ, et al. J Clin Exp Dermatol Res 2011;2:125. Doi: 10.4172/2155-9554.1000125
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
