Het aantal mensen met dementie zal de komende jaren exponentieel toenemen.
1 Op dit moment wonen de meeste dementiepatiënten thuis, waar zij worden verzorgd door een familielid. Deze zorg kan zeer belastend zijn en veel mantelzorgers krijgen dan ook psychische en andere gezondheidsproblemen. Omdat het welzijn van de mantelzorger vaak de bepalende factor is bij de beslissing om een dementerende patiënt op te nemen in het verpleeghuis,
2 is men de laatste jaren begonnen interventies te ontwikkelen om de mantelzorger te ondersteunen. De effectiviteit daarvan is wisselend en over het algemeen middelmatig. De effectiefste interventies bevatten voorlichting en advies, zijn flexibel (‘op maat’), intensief en gericht op zowel de patiënt als de mantelzorger. Eén van de interventies die er gunstig uitsprong, was de New York University Caregiver Intervention (NYUCI), ontwikkeld door Mittelman en medewerkers, die bestaat uit individuele gesprekken met de mantelzorger, een lotgenotengroep, familiegesprekken en ad hoc counseling. Mantelzorgers ervoeren na dit ondersteuningsprogramma significant minder depressieve klachten en meer sociale steun dan een controlegroep.
345 Bovendien bleek het programma verpleeghuisopname van de patiënt met 1,5 jaar uit te stellen, zonder dat dit ten koste ging van de kwaliteit van leven van de mantelzorger.
678
Familiegesprekken zijn een belangrijk element in de NYUCI, zij kunnen een krachtig middel zijn om het sociale netwerk rond zwaar belaste mantelzorgers te versterken. Familiegesprekken worden in Nederland echter slechts incidenteel georganiseerd, meestal om de diagnose dementie te bespreken of in een crisissituatie, en zelden preventief ingezet om uitval van de mantelzorger te voorkomen. Mittelmans resultaten inspireerden ons om ook in Nederland de meerwaarde van familiegesprekken te onderzoeken. In het family meetings-onderzoek (FAME), een gerandomiseerd onderzoek bij mantelzorgers van thuiswonende dementiepatiënten, vergeleken wij de effectiviteit van een gestructureerd aanbod van familiegesprekken met die van de gebruikelijke zorg. Wij formuleerden drie onderzoeksvragen: Kunnen familiegesprekken voorkómen dat mantelzorgers van dementiepatiënten depressie of angst ontwikkelen (preventie)? Vermindert de interventie de ernst van depressie- en angstklachten en zorgbelasting bij de mantelzorger? Stelt de interventie verpleeghuisopname van de patiënt uit?