1. Depressie komt veel voor in Nederland. Bijna 20% van de volwassenen (18-64 jaar) in Nederland krijgt hier in het leven mee te maken. Hoeveel procent van de Nederlandse volwassenen kampt elk jaar met een depressie?
a. Ongeveer 1%
b. Ongeveer 2%
c. Ongeveer 5%
2. Over de werkzaamheid van antidepressiva lopen de meningen uiteen. Voor- en tegenstanders interpreteren onderzoeksgegevens ieder op eigen wijze. Welke uitspraak over is correct?
a. Bij een individuele patiënt is de werkzaamheid op voorhand te voorspellen.
b. Bij lichte en matige depressie is de werkzaamheid beter dan placebo.
c. Naarmate de depressie ernstiger is, wordt de werkzaamheid beter.
3. Lucassen stelt dat vooral bij langdurig gebruik van antidepressiva veel onnodig gebruik voorkomt. Gebruik langer dan zes maanden is lang niet in alle gevallen nodig. Wanneer is dit volgens de NHG-Standaard wel nodig?
a. Al na de eerste depressieve episode.
b. Pas na twee depressieve episodes.
c. Pas na drie depressieve episodes.
4. Lucassen doet onderzoek bij de groep antidepressivagebruikers die, ondanks afwezigheid van een goede indicatie, langdurig door blijven gebruiken. Wat is het doel van zijn onderzoek?
a. Nagaan of een stopadvies effectief is bij deze gebruikers.
b. Nagaan waarom deze gebruikers door willen blijven slikken.
c. Nagaan waarom huisartsen blijven voorschrijven aan deze groep.
5. Deelnemers aan dit onderzoek gaven ‘angst voor terugval’ als belangrijkste reden om niet te stoppen met antidepressiva. Hoe hoog is het terugvalpercentage onder de 150 deelnemers (stoppers en niet-stoppers) gedurende het jaar dat zij gevolgd werden?
a. 5%
b. 10%
c. 20%
6. Lucassen onderzocht de effectiviteit van een stopadvies aan patiënten die zonder goede indicatie langdurig een antidepressivum gebruiken. Deelnemende huisartsen selecteerden de patiënten voor dit onderzoek. Wat valt op aan de resultaten?
a. Het hoge aantal patiënten dat afzag van deelname.
b. De effectiviteit van het stopadvies.
c. Het hogere terugvalpercentage onder de ‘stoppers’.
7. Aan het eind van zijn artikel over onnodig langdurig gebruik van antidepressiva geeft Lucassen een advies over hoe om te gaan met antidepressiva. Welk advies geeft hij?
a. Schrijf antidepressiva terughoudend voor en meldt dat dit voor een beperkte tijd is.
b. Nodig alle langdurige antidepressivagebruikers uit op het spreekuur voor een stopgesprek.
c. Handhaaf het gebruik van antidepressiva als de patiënt ermee wil door blijven gaan.
8. Hoewel veel artsen zich ervan bewust zijn dat langdurig medicijngebruik niet van meerwaarde is voor de patiënt, ervaren zij toch barrières bij het stoppen. Welke barrières spelen een rol?
a. Angst om het evenwicht van de patiënt te verstoren.
b. Angst voor negatieve effecten van het staken van de medicatie.
c. Onzekerheid vanwege het gebrek aan wetenschappelijk onderbouwing.
d. Alle opties spelen een rol.
De kennistoets is gemaakt door Henk Folkers, huisarts en toetsdeskundige. Over vragen en antwoorden wordt niet gecorrespondeerd.
Antwoorden
1c / 2c / 3c / 4a / 5c / 6a / 7a / 8d
Literatuur
- ↲Trimbos-instituut. Depressie in Nederland: feiten en cijfers. https://www.trimbos.nl/kennis/cijfers/depressie
- ↲Finkers CH. Effectiviteit van antidepressiva. Is het einde van de discussie in zicht? Ned Tijdschr Geneeskd 2018;162:D2846.
- ↲Van Avendonk MJP, Van Gelderen MG, Hasink Franke LJA, Van Heest FB, Seeleman J, Terluin B. NHG-Standaard Depressie (derde (partiële) herziening). Utrecht: NHG, 2019.
- ↲Lucassen P. Stoppen met onnodig anti-depressivagebruik. Huisarts Wet 2019;62:. DOI:10.1007/s12445-019-0302-9
- ↲Luymes CH, Poortvliet RKE, Van Geloven N, De Waal MWM, Drewes YM, Blom JW, et al. Het staken van preventieve cardiovasculaire medicatie bij laagrisicopatiënten. Huisarts Wet 2019;62(1):38-41.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.