Thorlund et al. onderzochten het effect van knie-artroscopieën. Patiënten met een degeneratieve scheur en traumatische scheur in hun meniscus, die geselecteerd werden uit een grote Deense database, werd 12 en 52 weken na de operatie gevraagd een gevalideerde vragenlijst in te vullen.
Interessant genoeg vinden zij dat het door de patiënt gerapporteerde herstel statistisch significant beter is bij patiënten met een degeneratieve meniscus zowel na twaalf weken als na een jaar. Het verschil tussen beide groepen was op geen enkel gebied groter dan tien punten (het vooraf gedefinieerde klinische relevante verschil) op een gevalideerde vragenlijst (schaal 0-100).
Omdat patiënten met een degeneratieve scheur meestal ouder zijn, vergeleken de onderzoekers de patiënten ook in een oudere groep waarin traumatische meniscusscheuren geopereerd werden. Ook hier deden de patiënten met een traumatische scheur het niet beter.
Omdat eerder bij gerandomiseerde placebogecontroleerde onderzoeken is aangetoond dat er geen positief effect is van een operatie bij degeneratieve meniscusscheuren, en nu traumatische scheuren het klinisch niet beter doen dan deze degeneratieve scheuren, concluderen de auteurs dat een ingreep aan een traumatische meniscusscheur waarschijnlijk niet effectief is.
Voor de huisarts betekent dit dat de indicatie voor verwijzen naar de orthopeed met meniscuslijden waarschijnlijk nog kleiner wordt. Dit onderzoek ondersteunt het advies van een afwachtend beleid, waar oefentherapie, conform de NHG-Standaard, de basis van de behandeling vormt.
Jurgen Damen