Vraagstelling Een patiënte die recent was bevallen, vroeg ons om progestagenen als anticonceptie. Haar verloskundige en apotheker hadden dit geadviseerd, omdat ze borstvoeding gaf en oestrogenen in de combinatiepil mogelijk de melkafgifte verminderen. Ook de NHG-Standaard Anticonceptie vermeldt dat de voorkeur tijdens borstvoeding uitgaat naar een pil met alleen progestagenen.
1 In noot 46 beschrijft de commissie echter dat het beschikbare bewijs tot 2010 van slechte methodologische kwaliteit is en dat combinatiepreparaten niet worden afgeraden. Wij doorzochten de wetenschappelijke literatuur met de vraag of het effect op de borstvoeding van orale anticonceptie met alleen progestagenen verschilt van de combinatiepil.
Zoekstructuur Zoekstrategie PubMed: (‘contraceptives, oral’[MeSH]) AND (‘lactation’[MeSH] OR ‘breast feeding’[MeSH]) Filters: randomized controlled trial, clinical trial, 15 years, human. Zoekstrategie Cochrane Library: (breastfeeding or lactation) and (contraceptiv* or anti-concept*).
Resultaten We vonden acht publicaties in PubMed, waarvan – op basis van titel en abstract – één publicatie over dit onderwerp. In de Cochrane Library vonden we één review die in 2010 voor het laatst was herzien.
Bespreking Het onderzoek van Espey et al., gepubliceerd in 2012, was een dubbelblind gerandomiseerd onderzoek in New Mexico, Verenigde Staten, met een directe vergelijking van het gebruik van 1 mg norethindron/0,035 mg ethinyl oestradiol (64 vrouwen) met 0,35 mg norethindron (63 vrouwen).
2 Bij de start, twee weken postpartum, en acht weken postpartum werden vragenlijsten afgenomen, en werden de zuigelingen gewogen en gemeten. Telefonische vragenlijsten naar borstvoeding, pilgebruik en tevredenheid werden wekelijks afgenomen tussen 3 en 7 weken, en na 4 en 6 maanden. De onderzoekers vonden geen verschillen tussen progestageen- of combinatiepilgebruiksters wat betreft de proportie vrouwen die borstvoeding gaf, de proportie die bijvoeding gaf of de groei van de baby. In beide groepen was er 36% uitval. De randomisatie was goed uitgevoerd. Desondanks waren er minder vrouwen die eerder borstvoeding hadden gegeven bij de combinatiepilgebruiksters dan bij de progestageengebruiksters (42,2% versus 59,7%). In de analyses werd hiervoor niet gecorrigeerd. Naar verwachting zou dit verschil leiden tot een voordeel in de progestagenengroep.
In de Cochrane-review van Truitt et al. vonden we één dubbelblind gerandomiseerd onderzoek uit 1984, waarin een combinatiepreparaat en alleen progestagenen werden vergeleken.
3 In dit onderzoek van 24 weken in Hongarije en Thailand kregen 86 vrouwen 0,30 mg ethinyloestradiol/0,150 mg levonorgestrel en 85 vrouwen 0,075 mg dl-norgestrel, vanaf 6 weken postpartum. De hoeveelheid melk – gemeten met behulp van 20 minuten pompextractie terwijl aan de andere borst werd gezoogd en nogmaals 2 uur later aan de andere borst – nam met 42% af in de combinatiepilgroep en met 12% in de groep met alleen progestagenen. Het is echter de vraag wat de fysiologische betekenis van deze maat voor melkafgifte is. Er was geen verschil in groei van de kinderen en informatie over bijvoeding ontbrak. Ook in dit onderzoek was de uitval in beide groepen ruim 30%. De conclusie van Truitt et al. was dat er onvoldoende bewijs is om een effect van hormonale anticonceptie op de kwaliteit of kwantiteit van de melk aan te tonen, en dat daarvoor minstens één voldoende groot en goed uitgevoerd gerandomiseerd, gecontroleerd interventieonderzoek nodig is.
Conclusie Er is geen wetenschappelijke onderbouwing voor het veelgehoorde advies om alleen progestagenen voor te schrijven voor anticonceptie bij vrouwen die borstvoeding geven.
Betekenis Er is geen reden om vrouwen die voor hun zwangerschap goede ervaringen met een combinatiepil hadden, tijdens de lactatieperiode een andere pil voor te schrijven.