Vlak voordat in 2010 een standaard groeiecho in de zwangerschap zou worden geïmplementeerd bleek dat bewijs van het effect op neonatale uitkomstmaten ontbrak. Om deze lacune op te vullen, werd het IRIS-onderzoek gestart, een pragmatisch clustergerandomiseerd onderzoek met stepped wedge design. Er deden 60 verloskundige praktijken aan het onderzoek mee en tussen 2015 en 2016 werden er in totaal 13.520 vrouwen met ongecompliceerde zwangerschap geïncludeerd. Daarbij bood elke praktijk eerst de gebruikelijke zorg en daarna wezen de onderzoekers de praktijken (gerandomiseerd) toe aan de interventiestrategie. De gebruikelijke zorg bestond uit uitwendige fundusmetingen en extra groeiecho’s op indicatie. In de interventiegroep werden er standaard twee groeiechos verricht, rond de 28 en 34 weken zwangerschap.
Het belangrijkste resultaat was dat standaard groeiecho’s in het derde trimester niet waren geassocieerd met een lagere neonatale morbiditeit of mortaliteit (oddsratio 0,88; 95%-BI 0,7 tot 1,2) of lagere maternale morbiditeit en mortaliteit (oddsratio 1,06; 95%-BI 0,95 tot 1,18). Wel bleek de interventiegroep vaker te worden ingeleid dan de controlegroep (oddsratio 1,16; 95%-BI 1,04 tot 1,30).
Het onderzoek ondersteunt de NVOG richtlijn die adviseert om geen standaard echo in het derde trimester te verrichten om een eventuele groeivertraging op te sporen. De resultaten zijn een reminder om kritisch te blijven: het is onze plicht patiënten te behoeden voor onnodige (en mogelijk zelfs schadelijke) diagnostische interventies. Dat past bij huisartsen en bij het NHG waar ‘primum no nocere’ een belangrijke waarde is.
Literatuur
- Henrichs J. Effectiveness of routine third trimester ultrasonography to reduce adverse perinatal outcomes in low risk pregnancy (the IRIS study): nationwide, pragmatic, multicentre, stepped wedge cluster randomised trial. BMJ 2019;367:l5517.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.