Bij het voorkómen van schade door alcoholafhankelijkheid spelen eerstelijnszorgverleners een belangrijke rol. Dat kan via screening, kortdurende interventies en/of verwijzingen naar specialistische behandelaren. Als huisartsen screening gebruiken, blijken zij andere patiënten met alcoholafhankelijkheid te identificeren dan wanneer dit met een (semi)gestructureerd interview gebeurt.
Uit een cross-sectioneel onderzoek naar patiënten met alcoholafhankelijkheid kwam naar voren dat de 2 opsporingsmethodes van elkaar verschilden. Het onderzoek vond plaats in 6 Europese landen. Er werden 8476 patiënten tussen de 18 en 64 jaar zowel door de huisarts als met het semi-gestructureerde interview beoordeeld. Het semi-gestructureerde interview dat gebruikt werd, was de Composite International Diagnostic Interview (CIDI), een instrument dat in internationale onderzoeken naar alcoholafhankelijkheid onder de algemene populatie wordt gebruikt. De huisartsen gebruikten geen vragenlijst maar beoordeelden algemene demografische factoren, gezondheidsproblemen, het huidig alcoholgebruik en behandeling voor alcoholmisbruik.
De 2 methoden identificeerden evenveel mensen met alcoholafhankelijkheid; de prevalentie via de huisarts was 5,1% (95%-BI 4,7 tot 5,5) en met de CIDI 5,5% (95%-BI 5,1 tot 6,0). Er werd echter weinig overlap tussen deze groepen gevonden, minder dan een vijfde van alle casussen werd door beide methoden als alcoholafhankelijk aangemerkt. Vergeleken met de CIDI identificeerde de huisartsen meer patiënten met ernstige alcoholafhankelijkheid. De huisarts was ook succesvoller in het identificeren van ouderen met alcoholafhankelijkheid. Dit artikel roept de vraag op of de CIDI wel een geschikte referentiestandaard is om alcoholafhankelijkheid te identificeren.
Rehm J, et al. General Practitioners recognizing alcohol dependence: a large cross-sectinal study in 6 European countries. Ann Fam Med 2015;13:28-32.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.