Frans Meulenberg slaat met het journaalbericht ‘Geloofwaardig schrijven’ (H&W 2002;45:342) de plank helemaal mis. Door mij is om een aantal redenen een klacht ingediend tegen het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, maar in ieder geval niet vanwege de tendentieuze kop ‘Hebt u HPU? De ontdekking van een vrouwenziekte’. Afgezien van het feit dat er in het gewraakte stuk zo'n twintig fouten staan, maakt men bij het refereren aan wetenschappelijk onderzoek gebruik van de oorspronkelijke wetenschappelijke rapporten/publicaties, en niet uitsluitend van De Telegraaf of HP/De Tijd. Ik heb pas besloten een klacht in te dienen toen het NTvG meedeelde dat de kolom ‘Binnenlands Nieuws’ buiten de verantwoordelijkheid van de redactie viel en daarom weigerde een rectificatie op te nemen. Men volstond met een excuusbrief van de auteur van het stukje. De Raad voor de Journalistiek heeft zich overigens niet gebogen over de medisch-inhoudelijke kant, maar heeft geoordeeld over juist of onjuist, iets wat de Raad mijns inziens ook als niet-medici kan beoordelen. Het is triest dat men in Nederland over goed opgezet onderzoek waarbij 5500 patiënten zijn betrokken, op deze wijze meent te moeten oordelen omdat één iemand de toon heeft gezet.
Antwoord
In mijn bijdrage heb ik mijn verbazing geuit over twee dingen. Ten eerste over het feit dat artikelen in wetenschappelijke bladen (met uitzondering van onderzoeksverslagen) door de Raad voor de Journalistiek blijkbaar worden beschouwd als ‘journalistieke gedraging’. Ik meen dat artsauteurs van bijvoorbeeld commentaren en recensies zich hiervan niet bewust zijn. En dat was mijns inziens nieuwswaardig. Ten tweede verbaasde het mij dat de Raad voor de Journalistiek daarbij hogere journalistieke eisen stelt aan wetenschappelijke bladen dan aan kranten. Het is toch uiterst merkwaardig dat een foute quote in het NTvG (‘alle patiënten hebben een laag histaminegehalte’ in plaats van ‘de meeste patiënten…’) leidt tot een uitspraak van de Raad, terwijl de soms megaonzin in andere bladen (‘aardbeien voorkomen kanker’) ongemoeid blijft. Overigens maakt Kamsteeg in deze reactie een inschattingsfout. Naar mijn mening had de auteur van het NTvG-stuk zich helemaal niet hoeven te baseren op ‘oorspronkelijke rapporten/publicaties’. Ik breng in herinnering dat de auteur een boek besprak, geschreven door journalisten, met daarin verwerkt uitspraken van de heer Kamsteeg (deze uitspraken zijn per definitie interpretaties van het onderzoek). Dat is zijn/haar volste recht. Journalistiek schrijven behelst selecteren, het plaatsen van accenten, interpreteren en meningsvorming (overigens doet wetenschap dat ook, maar – vaak in schijn – ietsje minder). In deze discussie ontstaat nu een fraai Droste-effect: uitspraken (geen onderzoek!) van Kamsteeg worden door journalisten verwerkt in een boek; een journalist bespreekt dit boek in het NTvG; de Raad voor de Journalistiek doet hierover een uitspraak; een journalist (ikzelf) schrijft hierover een stukje in de journaalrubriek, waarna Kamsteeg op dit journalistieke stuk reageert. Interpretatie stapelt zich op interpretatie. Prachtig. ‘Juist of onjuist’ – zoals Kamsteeg schrijft – is daarbij echter niet de gouden standaard, maar hooguit van even zo groot belang als zorgvuldigheidseisen. Daarom is het naar mijn mening dan ook terecht (maar ik ken natuurlijk niet het hele dossier) dat de redactie van het NTvG niet wilde rectificeren, maar wel corrigeren (dat is iets heel anders). Ik sla geen planken mis, noch heb ik last van plankenkoorts…
Frans Meulenberg
Reacties
Er zijn nog geen reacties.