Geluk is besmettelijk

We doen ons hele professionele bestaan ons best om ellende zoveel mogelijk te beperken. Een recente analyse van gegevens uit het Framingham-cohort doet vermoeden dat we ons mogelijk beter kunnen richten op het bevorderen van geluk. Tussen 1983 en 2003 volgden de onderzoekers 5124 mensen en namen ze zevenmaal de CES-D (C enter for Epidemiological Studies depression scale) af. Deze schaal bevat ook een component die positieve affecten meet, vrij vertaald ‘geluk’. Tevens brachten zij sociale verbanden in kaart. Juist door het prospectieve longitudinale karakter van het onderzoek konden ze het ontstaan en verdwijnen van geluk vaststellen. Met geavanceerde statistische analyses onderscheidden zij drie soorten verbanden: inductie (de een draagt geluk over op de ander), homofilie (gelijkgestemden zoeken elkaar op) en confounding (bekenden ervaren dezelfde bron van geluk). Er bleken clusters van geluk te bestaan, die bepaald werden door sociale afstand (een vriend = 1, een vriend van een vriend = 2, enzovoorts), maar vooral door fysieke afstand. Het geluk van een directe buurman heeft de meeste invloed, een paar huizen verder dooft het effect alweer. Familieverbanden en vriendschapsbanden hadden minder invloed. Naarmate men dus meer fysiek contact had, was de kans groter dat men besmet werd met het geluk van een ander. Misschien moeten we onze depressieve patiënten dan maar aanraden om een gelukkige buurman, en vervolgens het liefst een vriend of familielid op te zoeken. De hoop is dan wel dat het geluk besmettelijk blijkt en niet de depressie. Want ook voor dat laatste bestaan aanwijzingen. Nog beter is het daarom te wonen tussen twee gelukkige buren. Aan geluk valt dan bijna niet meer te ontkomen. De meest hoopvolle conclusie van het onderzoek is echter dat een gelukkig gemaakt persoon dat op zijn beurt weer uitstraalt op zijn omgeving. Dat is dus een zeer effectieve interventie. Nu rest nog alleen de vraag: hoe maak je iemand gelukkig? We kunnen immers niet met iedereen bevriend raken en zeker niet ook nog ernaast gaan wonen. (HvW)