In een Amerikaans gerandomiseerd onderzoek werden meer dan 5000 type-2-diabeten bijna 14 jaar lang gevolgd, van wie 2570 gerandomiseerd naar deelname aan een intensieve leefstijlinterventie. De controlegroep bestond uit 2575 patiënten. De deelnemers waren gemiddeld 58,9 jaar oud (± 6,9) en hun gemiddelde BMI bedroeg 36,0 (± 5,8). Voorafgaand aan de randomisatie werd bekeken of patiënten fysiek in staat waren tot deelname aan de intensieve leefstijlinterventie.
De interventie bestond uit individuele en groepsbijeenkomsten, aanvankelijk wekelijks en door de jaren minder frequent. Centraal stonden hier gewichtsverlies (beperking van het aantal calorieën) en meer bewegen (ten minste 175 minuten per week). Patiënten uit de controlegroep bezochten aanvankelijk drie maal per jaar een groepsbijeenkomst voor diabeteseducatie, vanaf het vijfde jaar werd dit een jaarlijkse bijeenkomst.
Na 13,6 jaar bleek de interventiegroep significant meer gewicht te hebben verloren dan de controlegroep, daarnaast leidden de leefstijlinterventies tot een daling van de HbA1c-waarden en van bijna alle cardiovasculaire risicofactoren. Qua primaire uitkomstmaten (dood door cardiovasculaire oorzaak, myocardinfarct, CVA of angineuze klachten met ziekenhuisopname tot gevolg) vertoonde de interventiegroep aan het einde van het onderzoek geen verschil ten opzichte van de controlegroep.
In de huidige NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 staan dieet- en beweegadviezen nog altijd bovenaan. Gewichtsafname leidt tot verminderd cardiovasculair risico, maar zo blijkt, niet tot verlaagde cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Een nuance die we mee kunnen nemen in de informatie rond leefstijladviezen voor patiënten met diabetes mellitus.
Mauri Smits