Gezondheidsproblemen na behandeling niet-gemetastaseerde borstkanker

De onderzoekers brachten gezondheidsproblemen en gerelateerd zorggebruik in kaart onder vrouwen die tussen 2012 en 2016 een borstoperatie hadden ondergaan wegens niet-gemetastaseerde borstkanker. Zij koppelden die gegevens aan de klinische gegevens van de Nederlandse kankerregistratie en bekeken deze tot vijf jaar na de diagnose.

De onderzoekers benaderden 876 vrouwen, van hen reageerden er 404 (46%, mediane leeftijd 62 jaar). Behalve een borstoperatie kreeg 72% radiotherapie, 49% chemotherapie, 57% anti-hormonale therapie en 21% een okselklierverwijdering. Bijna alle respondenten (93%) rapporteerden gezondheidsproblemen: vermoeidheid (63,4%), musculoskeletale klachten (70,5%), klachten van het centraal zenuwstelsel (66,1%) – waaronder problemen met geheugen, concentratie (42,6%) en tintelingen in handen en voeten (32,4%) – psychische klachten (53,0%), overgangsklachten (39,1%) en lokale klachten in de borstregio (54,0%). Met name bij chemotherapie was er een statistisch significant (p < 0,05) verband met diverse gezondheidsklachten. Toch zochten de vrouwen voor deze klachten niet het vaakst hulp. Zij deden dat wel voor fracturen (78,6%), maag-/buikklachten (51%) en huidproblemen (50%).

Huisartsen spelen een belangrijke rol bij de nazorg voor vrouwen die een borstkankerbehandeling hebben ondergaan. De NHG-Standaard Borstkanker bespreekt gezondheidsproblemen na behandeling, maar daarin ontbreekt informatie over een aantal veelvuldig genoemde klachten (zoals van het centraal zenuwstelsel) en over de grootste risicofactor: chemotherapie. Als huisarts is het belangrijk oog te houden voor gezondheidsklachten als gevolg van de behandeling die er lang daarna vaak nog zijn.