Recentelijk slaagden Franse onderzoekers er met hulp van inwoners van Dijon in een wijdverbreid misverstand recht te zetten. Ruim 3000 vijfenzestigplussers van beiderlei kunne, die vooraf niet bekend waren met ziektes die sterk geassocieerd zijn met een geringere loopsnelheid zoals coronaire hartziekte, beroerte of de ziekte van Parkinson, werden verzocht een parcours van 6 meter zo snel mogelijk lopend af te leggen. Voorafgaand aan dit parcours kregen ze enkele meters om op gang te komen, om vertekening door opstartproblemen zoveel mogelijk te voorkomen. Omdat de mannen gemiddeld genomen aanzienlijk sneller bleken te lopen dan de vrouwen, werden beide geslachten op basis van de uitkomsten verdeeld in drie groepen: 1,50 m/s, 1,51-1,84 m/s en > 1,85 m/s voor de mannen en 1,35 m/s, 1,36-1,50 m/s en > 1,50 m/s voor de vrouwen. De onderzoekers volgden de groepen gedurende ruim 5 jaar en noteerden - in geval van overlijden - de doodsoorzaak. Wat bleek? Er overleden 209 deelnemers: 99 aan kanker, 59 aan een hart- en vaatziekte en 51 aan een andere ziekte. De eertijds langzaamste lopers hadden een grotere kans te overlijden dan degenen uit de andere twee groepen (hazardratio 1,44). De sterftekans verschilde het meest voor de hart- en vaatziekten (hazardratio 2,92) en ontbrak voor de sterfte aan kanker. Al met al blijken de hardlopers allerminst doodlopers. Integendeel: hardlopers blijken het hier op aarde juist het langst vol te houden, hetgeen voornamelijk te danken is aan hun geringere kans op hart- en vaatziekten. Voor de huisartsenpraktijk vormt de looptest wellicht een aantrekkelijk alternatief voor de bloeddrukmeter, zeker gezien het feit dat de test de opmaat vormt tot een beweegprogramma. (Tjerk Wiersma)
Literatuur
- 1.Dumurgier J, et al. Slow walking speed and cardiovascular death in well functioning older adults: prospective cohort study. BMJ 2009;339:b4460.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.